leespolitie

de geheim agent

            laat nonchalant zijn ogen glijden

naar de boekenkast

tokkō no / sarigenaki me ga / shoka ni

特高のさりげなき目が書架に

Nakamura Sanzan 中村三山 (1902-1967) was een lid van de Kyoto Haiku Club, die in de jaren ’30 en vroege jaren ’40 van de twintigste eeuw een exponent was van de ‘opkomende haiku’ (shinkō haiku 新興俳句), een term voor poëzie die zich afkeerde van het traditionele idee dat haiku vooral natuur en de seizoenen behandelen moeten. 

Deze haiku is geschreven in 1939, een tijd dat de de ‘gedachtenpolitie’ (let. ‘Speciale Politie’, tokubetsu kōtō keisatsu 特別高等警察, of Tokkō) actief onderzoek deed naar mensen die er ‘staatsondermijnende’ ideeën op nahielden. Deze geheime staatspolitie zag ‘opkomende haiku’ als de uiting van een onpatriottische houding.

Nederlandse kranten staan stil bij recente boekverboden in toch nabije buitenlanden, zoals dit artikel in de Volkskrant van 5 oktober jl., maar het is niet alleen van deze tijd en ook niet noodzakelijk ver weg.

De afbeelding toont een detail van een achttiende-eeuwse voorstelling van ‘het verbranden der boeken en het kuilen der geleerden’ (Ch. fénshū kēngrú, Jp. funsho kōju 焚書坑儒) onder China’s eerste keizer Qin shi huangdi in 213 v.Chr./BCE. Bron: Wikimedia Commons.