zo makkelijk neemt ze het woord ‘oorlog’ in de mond
de massa waarvan de psychologie me angst aanjaagt
kō mo tayasuku sensō to iu kotoba ga kuchi ni sareru moppu no shinri o osoreru
かうもたやすく戦争といふ言葉が口にされるモップの心理を恐れる
Ogenschijnlijk gebruikt Nishimura hier moppu (Eng. mop, ‘zwabber’) waar hij duidelijk mobbu (Eng. mob, ‘menigte’) bedoelt. Zo werd het woord veel gebruikt in de jaren ’30 van de vorige eeuw.
Een voorbeeld van ‘spreektaaltanka’ (kōgo tanka 口語短歌) door Nishimura Yōkichi 西村陽吉 (1892-1959). Zulke modernistische toepassingen van wat in oorsprong traditionele poëzievormen zijn waren vaak ook politieke uitingen. Dichters van ‘proletarische’ poëzie hadden er een voorkeur voor.
Nishimura’s zesde dichtbundel, De groene vlag (Midori no hata 緑の旗, 1939), waaruit dit gedicht komt, is sterk gekleurd door het politieke klimaat van de jaren ’30 van de vorige eeuw met militaire couppogingen en Japans invasieoorlog in China. Wat kan de dichter doen wanneer we collectief gek geworden lijken te zijn?
Dit gedicht gebruikte ik uiteindelijk niet in een presentatie eerder deze week over oorlogstrauma en traditionele poëzievormen in Japan.
De afbeelding toont een fragment van een poster van het Kyoto Nationale Defensie Genootschap (Kyōtofu Kokubō Kyōkai 京都府国防協会). Nog net te lezen is het woord ‘heilige oorlog’ (seisen 聖戦). Periode 1938-1945. Collectie Museum and Archives, Kyoto Institute of Technology.