Kiyohara no Motosuke 清原元輔 (tiende eeuw):
Op een schuifdeur in het huis van Heer Rengi
in een winternacht
is het het heldere ijs
op de vijver
dat de stralen van de maan
weet op te poetsen
fuyu no yo no / ike no kōri no / sayakeki wa / tsuki no hikari no / migaku narikeri
Shūi wakashū 4.240. ‘Heer Rengi’ was de postume naam van Regent Fujiwara no Yoritada 藤原頼忠 (924-989). We mogen ervan uitgaan dat op de bewuste schuifdeur een schildering te zien was van een maan die weerspiegeld wordt in het ijs; bij die scène schreef de dichter dan zijn gedicht.
Fujiwara no Tsunefusa 藤原経房 (1143-1200):
Gedicht op het thema ‘Eerste ijsvorming’
mandarijneenden
sliepen op een drijvend bed
dat is weggevaagd?
ijspegels hebben zich gevormd
op het vijverwater in Koya
oshidori no / ukine no toko ya / arenuran / tsurara inikeru / koya no ikemizu
Senzai wakashū 6.434. De vijver in Koya, in de provincie Settsu (bij het huidige Osaka) zou aangelegd zijn door de monnik Gyōki 行基 (668-749), die Japan doortrok om aan mensen buiten hofkringen het boeddhisme te prediken. De associatie van de vijver met mandarijneenden (oshidori) is een veelgemaakte.
Fujiwara no Shunzei 藤原俊成 (1114-1204):
Geschreven als ijsgedicht toen hij een serie van honderd gedichten aanbood
koud glinstert de maan
in het ijs waar bovenop
de hagel valt
die mijn hart in stukken breekt
in het dorp van Tamakawa
tsuki sayuru / kōri no ue ni / arare furi / kokoro kudakuru / tamagawa no sato
Senzai wakashū 6.443.
Fujiwara no Yoshitsune 藤原良経 (1169-1206):
Gedicht op het thema ‘In een buitenhuis hoor je hagel vallen’
op een koude nacht
in een hut van conifeer
lig ik alleen in bed:
‘breek dat hart in stukken!’
klinkt buiten de hagelbui
sayuru yo no / maki no itaya no / hitorine ni / kokoro kudake to / arare furu nari
Senzai wakashū 6.444.
Weinig ijspret in de klassieke hofpoëzie. Kou maakt toch vooral eenzaam. Wel het esthetische genoegen te zien dat de maan zich graag bevriezen laat.
Op de foto het eerste beschaatsbare ijs op de Leidse singels, 12 februari 2021.