Gedicht op de regel ‘niet helder, niet verduisterd is de omfloerste maan’ in het gedicht ‘Lentenacht in Jialing’ in De verzamelde werken:
Ōe no Chisato
niet echt stralend
en ook niet helemaal bewolkt
op een lentenacht
is een nacht met omfloerste maan
met niets te vergelijken
teri mo sezu / kumori mo hatenu / haru no yo no / oborozukiyo ni / shiku mono zo naki
文集嘉陵春夜詩、不明不暗朧朧月といへることをよみ侍りける
大江千里
照りもせず曇りもはてぬ春の夜のおぼろ月夜にしくものぞなき
Shinkokin wakashū 1-55. ‘De verzamelde werken’ slaan in het klassieke Japan altijd op Bai Juyi’s (772-846) De verzamelde werken van de heer Bai (Hakushi monjū, var. Hakushi bunsū 白氏文集, 839). Aan dit gedicht ontleent de jonge edelvrouw Oborozukiyo in Het verhaal van Genji haar naam; zij zingzegt de laatste woorden van dit gedicht in het hoofdstuk ‘Het kersenbloesemfeest’ (Murasaki Shikibu, Het verhaal van Genji [vert. Jos Vos, 2013], p. 199; en voor een alternatieve vertaling: p. 698, noot 3.)
Ōe no Chisato 大江千里 (actief ca. 889-923) schreef gedichten in het Japans die resoneerden of ‘harmonieerden’ met versregels uit Sinitische poëzie. Vandaar dat zijn ‘huisverzameling’ (kashū 家集) ook bekend staat als Gedichten harmoniërend met versregelthema’s (Kudai waka 句題和歌).
De foto toont een oborozuki (‘omfloerste maan’) boven Tokyo.