van eenzaamheid
is kleur of zelfs maar vorm
niet te ontwaren
in het kielzog van Huize Mino
slechts die avondschemer
sabishisa wa / sono iro to shi mo / nakarikeri / mino ga genkan no / ato no yūgure
さびしさはその色としもなかりけり美濃が玄関のあとの夕ぐれ
Yanagisawa Yoshiyasu 柳沢吉保 (1659-1714), in 1701 benoemd tot gouverneur van de provincie Mino (mino no kami美濃守), was een belangrijk politiek adviseur van de shōgun (militaire heerser). Hij liet ook de Rikugi’en-tuin in Tokyo aanleggen. Dit spotvers suggereert dat hij na de dood van zijn shōgun en daarmee het verlies van zijn baan als politiek raadgever onbelangrijk is; vandaar dat niemand hem meer opzoekt. ‘[In het] kielzog’ is niet de fraaiste vertaling van ato あと in deze context (‘voorbij [de poort]’ zou bijvoorbeeld beter zijn), maar ik wil heel graag de frase XXX no ato no yūgure in alledrie de gedichten op dezelfde manier vertaald hebben.
ook blij van zin
kan iemand die ontroering
toch weer kennen
in het kielzog van de dierenartsen
slechts die avondschemer
kokoro yoki / mi ni mo aware wa / shirarekeri / inu-ishadomo no / ato no yūgure
心よき身にもあはれはしられけり犬医者どものあとの夕ぐれ
Die dierenartsen (let. ‘hondenarts’, inu-isha 犬医者) lijken me een impliciete verwijzing naar de diervriendelijke regelgeving van Tokugawa Tsunayoshi 徳川綱吉 (1646-1709), shōgun van 1680 tot 1709, stond vanwege zijn voorliefde voor honden bekend als ‘de honden-shōgun’ (inu-kubō 犬公方).
rondom kijkend
zijn een hond of een ziek paard
niet te ontwaren
in het kielzog van de inspecteurs
slechts die avondschemer
miwataseba / inu mo byōba mo / nakarikeri / okachi-metsuke no / ato no yūgure
見わたせば犬も病馬もなかりけり御徒目付のあとの夕ぐれ
De ‘inspecteurs’ (kachi-metsuke 徒目付), die onder meer de gezondheid van zwerfhonden en paarden in de stad in de gaten moesten houden, hebben niet veel te doen vanavond.
Drie anonieme spotverzen uit het begin van de achttiende eeuw. Enerzijds zijn ze een parodie op het befaamde trio avondgezichten in de Nieuwe verzameling van oude en nieuwe gedichten (Shinkokin wakashū 新古今和歌集, 1205) van vijf eeuwen eerder. Tegelijkertijd zijn ze een milde vorm van politiek commentaar.
Deze gedichtjes worden gedateerd uit de periode onmiddellijk na het overlijden in 1709 van Tokugawa Tsunayoshi 徳川綱吉 (1646-1709), shōgun (Japans militaire heerser) van 1680 tot 1709. Vanwege zijn vergaande voorliefde voor honden stond hij bekend als ‘de honden-shōgun’ (inu-kubō 犬公方). Hij had de nodige wetten uitgevaardigd die stadbewoners verboden ruw om te gaan met de vele zwerfhonden in de vroegmoderne hoofdstad (laat staan hen te doden).
Na diens dood zag vroeg-achttiende-eeuwse Japan een klein explosie van vormen van satirische graffiti: anonieme teksten in openbare ruimte die spot gebruikte als een vorm van sociaal-politiek commentaar. De algemene term daarvoor is rakusho 落書 (als die gelezen wordt als rakugaki benadrukt die dat je zulke teksten kon tegenkomen op de muren van gebouwen).
Spotverzen (rakushu 落首) zijn een specifieke, poëtische vorm van zulk sociaal protest in vroegmodern Japan. Vaak hebben ze de neiging zich wat te verliezen in woordspel en parodische pastiche, zoals hier, maar vergis je niet: vrijblijvend zijn ze niet.
Bron:
- Yoshihara Ken’ichirō 吉原健一郎. Rakusho to iu media: Edo minshū no okori to yūmoa 落書というメディア:江戸民衆の怒りとユーモア [‘Satirische graffiti als media: woede en humor van het vroegmoderne volk’] (Tokyo: Kyōiku Shuppan, 1999), p. 47-48.
De afbeelding toont een detail van een prent van Utagawa Kuniyoshi 歌川国芳 (1798-1861), in de serie ‘Krabbels op de muur van een warenhuis’ (Nitakaragura kabe no mudagaki 荷宝蔵壁のむだ書), 1847. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.