Categorieën
poëzie

schuchter tasten

            over vertalen

            .

als ik de slaapkamer binnenga     dan 

tref ik daar nog een andere ik

die ik heeft zwarte haren

als ik     vraag     wat doe ik hier?

dan zegt die ik     alleen     kom snel binnen

ik heb de hele tijd op ik gewacht

van het moment dat ik geboren werd tot nu

            .

de woorden die wij gebruiken zijn anders

maar toch lijken we elkaar ergens te begrijpen

als ik mijn kleren uittrek en ga liggen

begin ik te vertellen over mijn kindertijd

hoe ik mijn ijsje vallen liet en huilen moest

hoe ik mijn schoen verloor in de diepe sneeuw

hoe ik met mijn grootvader een kussengevecht hield

dat weet ik nog     zegt die ik

            .

maar wanneer die ik zijn herinneringen ophaalt

klinkt het als het geheugen van een ander

het bed dat ik me herinner wordt een futon

het meer dat ik me herinner wordt een zee

sandalen worden zōri

een lunchtrommel wordt een bentō

wij praten langs elkaar heen

er is nauwelijks     iets dat op elkaar aansluit

            .

beide ikken moeten zuchten

in de kamer keert de stilte terug

onder het laken tasten we schuchter

tot we elkaars hand beethebben

en een poosje staren we naar het plafond

eindelijk omarmen we elkaar

liefkozen we elkaar als totale onbekenden

om één perfect wezen te kunnen worden

            .

 翻訳について
            
.
寝室に入ると そこに
もう一人のわたしを見つける
そのわたしには黒髪がある
わたしが どうじてここに? と聞くと
そのわたしはただ 早く入れ と言う
ずっとわたしを待っていたと
生まれた瞬間から今まで
            
.
わたしたちの使う言語は違うが
何となく通じあうらしい
わたしは洋服を脱いで横になると
子供のころについて話し始める
アイスクリームを落として泣いたとき
靴を大雪でなくして叱られたとき
お祖父さんと枕投げをしたとき
覚えている とそのわたしが言う
            
.
だが、そのわたしが思い出を語ると
違う人の記憶に聞こえてしまう
わたしの覚えているベッドは布団になり
わたしの覚えている湖は海になる
サンダルは草履になり
ランチボックスはお弁当になる
二人のわたしの話はすれ違い
合うことは なかなかない
            
.
二人のわたしはため息を漏らし
部屋は沈黙に戻ってしまう
シーツの上でおどおどして
お互いの手を取り
そしてしばらく天井を仰ぐ
やがて 抱きあい
赤の他人のように愛撫しあう
一個の完全な人格になれるように

‘Futon’ is inmiddels redelijk ingeburgerd in het Nederlands dacht ik, maar toch: het is een dekbed (of om precies te zijn: de kakebuton 掛け布団, die samen met een dik dekbed-achtig matras —de shikibuton 敷布団— het traditionele Japanse bed vormt dat overdag opgevouwen en weggestopt wordt in een kast). Zōri 草履 zijn traditionele Japanse slippers. Het woord bentō 弁当 slaat zowel op een kant-en-klare fraai vormgegeven lunch (rijst met extra’s) als op de doos of trommel (bentōbako 弁当箱) waarin die meegenomen wordt.

‘Twee talen die nader tot elkaar komen’ (‘Ayumiyoru nigengo’ 歩み寄る二言語). Kort artikel door romanauteur en dichter Ikezawa Natsuki 池澤夏樹 (1945) over Jeffrey Angles als winnaar van de Yomiuri Prijs voor poëzie. Yomiuri shinbun, februari 2017.

De Amerikaan Jeffrey Angles (Jp. Jefurii Angurusu ジェフリー・アングルす, 1971) is niet de enige niet-Japanner aan wie we literatuur in het Japans te danken hebben. Prijswinnende romandebuten als A Room Where the Star-Spangled Banner Cannot Be Heard (Seijōki no kikoenai heya 星条旗の聞こえない部屋, 1992; Noma-prijs; vert. 2011) van de Amerikaanse (Ian) Hideo Levy (1950), Ichigensan: The Newcomer (Ichigensan いちげんさん, 1997; Subaru-prijs; vert. 2011) van de Zwitserse David Zopetti (1962) of Solo Dance (Hitori mai 一人舞, 2017; Gunzō-prijs; vert. 2022) van de Taiwanese Li Kotomi 李琴峰 (1989) hebben een Japans lezerspubliek een beetje laten wennen aan het idee dat je geen Japanner hoeft te zijn om de Japanstalige literatuur te verrijken.

Exofonie is de technische term voor het schrijven in een taal die niet van origine de jouwe is. In engere zin bedoelen we dan schrijvers die pas als volwassene in een nieuwe taal zijn gaan opereren. Het is een wijder verbreid fenomeen dan je misschien denken zou — of altijd beseft.

Ook dichters in het Japans die pas laat Japans leerden bestaan. Over Tian Yuan 田原 (Jp. Den Gen/Ti’en Yu’en, 1965) schreef ik al eens. Ook Angles is zo’n dichter. Ongetwijfeld kunnen Tian en Angles het vermoeiend of zelfs irritant vinden —en niet ten onrechte— dat ze hier genoemd worden alsof hun werk een kunststukje betreft en hun dichterschap uit het zicht lijkt te raken.

Met zijn bundel Mijn internationale datumgrens (Watashi no hizuke henkōsen わたしの日付け変更線, 2016) won Angles in februari 2017 de 68e Yomiuri Prijs voor poëzie 読売文学賞 (詩歌俳句賞). Romanauteur, dichter en vertaler Ikezawa Natsuki 池澤夏樹 (1945) schreef bij die gelegenheid in het dagblad Yomiuri shinbun:

Dit is een dichtbundel in het Japans, geschreven door een veertiger die Engels als moedertaal heeft.

            Toch kreeg hij de prijs zeker niet omdat zijn Japans zo goed is. Deze bundel toont de mentale staat die alleen diegenen die zich twee talen volledig eigen hebben gemaakt kunnen bereiken.

            De twee talen verdelen hem in twee individuen, maar het is niet zo dat deze twee die verdeling betreuren, maar zij komen schuchter nader tot elkaar. Ze verwisselen op mysterieuze wijze bed en futon, sandalen en zōri, broodtrommel en bentō, en omhelzen en strelen elkaar uiteindelijk (‘over vertalen’).

 英語を母語として育った四十代の男が習得した日本語で書いた詩集である。
 しかし、まさか、日本語が上手だからの受賞ではない。この詩集は二つの言語を身の内に持った者だけが至れる境地があることを心地よく教えてくれるのだ。
 二つの言語によって彼は二人に分かれるが、しかしこの二人は分裂を嘆くのではなく、おずおずと歩み寄る。不思議にベッドと布団、サンダルと草履、ランチボックスとお弁当を交換し、やがて抱き合って愛撫しあう(「翻訳について」)。

Wat Angles extra bijzonder maakt is dat hij ook waanzinnig productief is als vertaler van hedendaagse Japanse poëzie (en ook romans), en buiten Japan woont en werkt. Die combinatie ken ik verder niet. Het zelf poëzie schrijven in een taal die je eigen hebt moeten maken en het vertalen uit die taal naar je moedertaal gelden als twee volstrekt haaks op elkaar staande taalhandelingen. Het zijn daarmee ook handelingen van twee verschillende entiteiten — twee verschillende individuen, zo je wil, verenigd in één creatief iemand. In Angles’ gedicht weten die twee elkaar schuchter te vinden om teder met elkaar te versmelten.

Over exofone dichters en zelfvertaling —naar en uit het Japans— schreef ik vorig jaar een stukje:

De afbeelding is een panel uit de ontroerende strip De kosmonaut van Jan Vriends (Scratch Books, 2024), p. 31. Twee entiteiten beginnen aan een reis van versmelting.