het oor van de tulp
.
daar is het toch het seizoen niet voor? zou je zeggen maar ik las
.
van een tulp / valt één enkel bloemblad: / het oor van Van Gogh (Arima Akito)
.
en juist op dat moment vloog ik
in november naar Amsterdam
daar is iemand als het oor van Van Gogh
droevig zijn bevroren winters
‘hé, jochie, jij komt toch uit Rotterdam
dan kan je over die brokken ijs wel lopen
dat is een bevel loop!’
door de aanvoerder van de jongensbende op het platteland waarheen hij was geëvacueerd
werd hij gedwongen om over het dunne ijs te lopen dat als stapstenen over de rivier lag
het dikke jochie met zijn slechte coördinatie
wankelde en vlak voor hij viel
sprong hij naar
een dun stuk ijs dat eruit zag als het oor van Van Gogh
hij kon niet meer terug bang als hij
viel was hij dood hij kon alleen nog maar naar voren springen
.
nu met zijn zeventigste verjaardag in het vooruitzicht zegt de man ‘nu is het net zo naar voren
moet ik springen ik doe hetzelfde als toen’
.
dat ene bloemblad van die tulp
was één dunne, gigantische ijsschots
voor de man met het oor van een dichter
.
チューリップの耳 (Tulip’s Ear)
.
季節はずれじゃないの? というかも知れない だが
.
チューリップ散る一片はゴッホの耳 有馬朗人
.
を よんだ途端 わたしは
十一月のアムステルダムに飛んでしまった
そこにはゴッホの耳のような人が いるのだ
凍りつく冬はかなしい
“えッ、おまえはロッテルダムからきた坊主だから
氷の片っ端の上を歩けるだろ
命令だ 歩け!“
疎開先田舎のガキ大将に
川の薄く張った飛び石みたいな氷の上を歩かせられた
太っちょの運動神経よろしくない坊主は
ぐらぐらゆれて 堕ちる寸前に前の
薄い氷 ゴッホの耳をひらたくしたみたいな
のに飛びうつるのだ
もう 後には戻れない コワイ おちた
ら死ぬ 前に飛びうつるしかなかった
.
今 七十歳をむかえる男は云う 「今もそう 前へ
とジャンプする その時と同じ事をしているのだ」と
.
あのチューリップの一片は
薄く巨大な氷の一片だった
詩人の耳をした男にとっては
Shiraishi Kazuko, Mangetsu no ranningu 満月のランニング (Tokyo: Hon’ami Shoten, 2004). Arima Akito 有馬朗人 (1930-2020) was een bekende haiku-dichter. Dit is een iets aangepaste versie van mijn vertaling voor Poetry International in 2009.
Afgelopen woensdag, 19 juni jl., overleed Shiraishi Kazuko 白石かずこ (1930-2024), een bericht dat buiten Japan in elk geval allerlei Amerikaanse media haalde. Goed, 93 jaar is een heel respectabele leeftijd om op te sterven, maar het nieuws is toch een schok. Zij is ontegenzeggelijk een van de belangrijkste dichters geweest die de hedendaagse Japanse poëzie op de kaart hebben gezet in de rest van de wereld.
Na een afgebroken studie aan de prestigieuze Waseda-universiteit debuteerde zij op haar twintigste met de bundel De stad waar het eieren regent (Tamago no furu machi 卵のふる街, 1951) en sloot zich aan bij de avant-garde-groep VOU. Het werk waarmee zij ook buiten Japan doorbrak in de jaren 1970 toont invloeden van de Amerikaanse Beat-dichters, m.n. Allen Ginsberg (1926-1997) met wie zij ook heeft opgetreden, en jazz-musici als John Coltrane. Die combinatie van muziek en poëzievoordracht is altijd een constante geweest.
Haar eerste kinderjaren bracht Shiraishi door in Vancouver, maar op haar zevende verhuisde zij naar Japan. Die vroegste kindertijd buiten Japan heeft een zekere symbolische betekenis gekregen: een verlicht tijdperk van vrijheid en liefde waarmee Japan altijd contrasteerde en dat leek te resoneren in haar avant-garde status van haar dichterschap in de jaren 1960-1970.
Vanaf het begin had Shiraishi de naam een buitenbeentje te zijn of, zoals zij dat zelf heeft genoemd, een ‘zwart schaap’. Haar reputatie als Japans ‘Beat Poet’ en als auteur van vooral erotische poëzie, zoals geselecteerd voor de vertaalde bundel Seasons of sacred lust uit 1978 (New Directions), heeft lang enigszins het zicht ontnomen op haar andere werk, vooral van de laatste decennia van haar leven waarin zij, altijd associatief, visueel en ritmisch, niet alleen steeds vaker langere gedichten ging schrijven, maar steeds vaker ook poëzie schreef die de onderdrukking van allerlei levensvormen door menselijke wreedheid tot thema maakte.
De jaren ’70 waren ook de periode van haar internationale doorbraak. Zij stond op poëzieprogramma’s in minstens 28 landen. Onder meer trad zij op op het Holland Festival 1983. Maar vooral was zij regelmatig te zien en te horen in Rotterdam op Poetry International. Voor het eerst was dat in 1979, voor Poetry International in juni van dat jaar. Zo heeft zij Martin Mooij (1930-2014) ontmoet, die in 1968 een van de initiatiefnemers van dat poëziefestival was.
Shiraishi’s ‘Het oor van de tulp’ (‘Chūrippu no mimi’ チューリップの耳) uit de bundel Rennen bij volle maan (2004) schreef zij voor Mooij, al wordt hij niet met name genoemd. In 2009 kwam zij voor het laatst in Rotterdam; dat was mijn kans haar te ontmoetten. Het gedicht is wel een mooie ode aan Rotterdam als uitnodiging tot luisteren naar een ander.
De foto toont de hoes van de LP Kazuko Shiraishi featuring Sam Rivers – Dedicated To The Late John Coltrane and Other Jazz Poems (Musicworks, 1977). De plaat valt te beluisteren op YouTube.