Categorieën
poëzie

heimwee?

            Vreemde genegenheid voor een bescheiden landschap (2)

            .

het oude thuis is dat waar je naar verlangt als je er ver vandaan bent

en dat waar je triestig over zingt

nou ja, genoeg daarover

sjofel, een bedelaar in een ander land geworden

zonder een plek om naar terug te keren

alleen, in de avondschemer boven de hoofdstad

in tranen verlangen naar het oude thuis

dat gevoel

kon ik maar terugkeren naar de verre hoofdstad

kon ik maar terugkeren naar de verre hoofdstad

            .

 小景異情 ― その二
            
.
ふるさとは遠きにありて思ふもの
そして悲しくうたふもの
よしや
うらぶれて異土の乞食かたゐとなるとても
帰るところにあるまじや
ひとり都のゆふぐれにふるさとおもひ涙ぐむ
そのこころもて
遠きみやこにかへらばや
遠きみやこにかへらばや
Links: Murō Saisei. Rechts: Polderjapanner van Fumiko Miura.

Ik las net Polderjapanner van Fumiko Miura (Van Oorschot, 2023), de neerslag van twee decennia leven tussen, of beter: in, twee culturen: Nederland en Japan. Tegen het einde van haar boek haalt Miura de dichter en romanauteur Murō Saisei 室生犀星 (1889-1962) aan. Zijn dichtregel ‘Je geboorteplaats is waar je naar verlangt als je er ver vandaan bent’ (furusato to wa tōki ni arite omou mono) [Miura, p. 198] is een thema voor het afsluitende hoofdstuk. Fijn aan Miura’s boek vind ik dat zij een hoge mate van zelfreflectie toont: meer dan een vergelijking tussen een absoluut ‘Nederland’ en een absoluut ‘Japan’ —al heeft haar boek daar elementen van— is het een voortdurend wegen van haar ervaringen in die twee culturen. Daarmee is het een intelligent boek dat minstens zozeer gaat over de auteur ervan als over hoe die twee culturen zich tot elkaar verhouden. Mooi is ook haar regelmatig terugkerende observatie dat er opvallend veel parallellen te vinden zijn tussen de twee (als je denkt dat het moeilijk vriendschap sluiten is met Japanners, moet je eens als buitenlander je in Nederland vestigen). 

De laatste twee pagina’s van Miura’s boek zijn gewijd aan een analyse van Miura’s dichtregel:

            Er is een bekend Japans gedicht van de dichter Murou Saisei. Hij schreef: Furusato wa tookini arite omoumono. De geboorteplaats wordt in het Japans furusato genoemd. Dit woord geeft niet alleen de geografische geboorteplaats weer, maar duidt ook nostalgie of een gevoel van heimwee aan. Deze regel kan vertaald worden als je geboorteplaats is waarnaar je verlangt als je er ver vandaan ben[t]. Er zijn twee mogelijke interpretaties van deze dichtregel; een is dat de dichter zijn geboorteplaats mist en verheerlijkt terwijl hij ver weg woont in de stad. De andere interpretatie is niet zo zoet als de eerste: zodra je de furusato verlaat, begin je ervan te vervreemden. Tegelijkertijd blijf je ook eeuwig een vreemdeling in de stad.

            De dichter had een ongelukkige, bittere jeugd in zijn geboorteplaats Kanazawa. Om zijn ambitie schrijver te worden te verwezenlijken verliet hij zijn geboorteplaats en vertrok hij naar Tokio. Tegen zijn zin moest hij regelmatig terug naar zijn familie in Kanazawa, soms vanwege geldgebrek, of om voor zijn familie te zorgen. In Tokio voelde hij zich minderwaardig en niet volledig geaccepteerd omdat hij van het platteland kwam en zich niet helemaal bij de kring van stedelingen thuis voelde. Maar inmiddels voelde hij zich ook niet meer thuis in Kanazawa omdat zijn ambitie in Tokio lag. De schrijver heeft zelf nooit duidelijk gemaakt hoe dit vers geïnterpreteerd moest worden, maar de laatste is waarschijnlijk treffender gezien de loop van zijn leven. Die eenzaamheid en troosteloosheid herkent iedereen die zijn geboorteplaats heeft verruild voor de grote stad. En ik snap ook zijn rusteloosheid in zijn geboorteplaats, omdat hij zich daar ook niet meer thuis voelde en er voor hem niets meer te bereiken viel. [Miura, Polderjapanner, p. 208-209.]

Murō’s dichtregel is inmiddels inderdaad een bestaan gaan leiden dat zich heeft losgezongen van het gedicht dat hij opnam in zijn tweede bundel, Lyrische muziekstukjes (Jojō shōkyokushū 抒情小曲集, 1918). Voor zover dat valt na te gaan, schreef hij het gedicht in Kanazawa. Het idee dat hij vanuit Tokyo heimwee naar Kanazawa uitdrukt lijkt terug te gaan op de interpretatie uit 1942 van zijn vriend, de dichter Hagiwara Sakutarō 萩原朔太郎 (1886-1942), maar dat is er een die weer verworpen werd door criticus Yoshida Sei’ichi 吉田精一 (1908-1984):

Het is juister om dit gedicht te zien als een werk dat niet geschreven is in Tokyo maar juist in zijn oude thuis Kanazawa. Wanneer hij in Tokyo is, dan wekt zijn oude thuis nostalgie op. Maar als hij weer naar dat oude thuis gaat, dan lijdt hij onder het gevoel dat dat is ‘zonder een plek om naar terug te keren’. Wanneer hij in Tokyo is, dan is het niet onredelijk om ervan uit te gaan dat hij vasthoudt aan zijn ‘in tranen verlangen naar het oude thuis’ om met dat gevoel opnieuw terug te keren naar het verre Tokyo. Verder moet men zich ervan bewust zijn dat ‘een vreemde genegenheid voor een bescheiden landschap’ volledig op Kanazawa slaat. (Ook is het in Sakutarō’s lezing onmogelijk de hoofdstad te verdelen in én Tokyo én Kanazawa.)

これを東京の作でなく、故郷金沢での作品と見る方が妥当だろう。東京にいれば故郷はなつかしい。しかし、故郷に帰れば「帰るところにあるまじ」き感情にくるしむ。東京にいるとき「ふるさとおもひ涙ぐむ」その心をせめて抱いて、再び遠き東京に帰ろう、と見る方が、詩句の上で無理が少ない。更に「小景異情」がすべて金沢をうたっていることも注意せねばならぬ。(都を東京と金沢にわけて考える点も朔太郎の解釈は無理だ。) [Yoshida.’Murō Saisei’, Nihon kindai shidan shō 日本近代詩壇賞 (1953)]

Zoals Miura schrijft, is Murō’s gedicht dus bewust ambigu. Het ‘oude thuis’ kan zowel op Kanazawa als op Tokyo slaan; dat hangt af van waar de dichter op dat moment niet is. Heimwee is het niet echt, denk ik; eerder de ervaring van een loslaten en proberen ergens anders wortels te slaan, zonder dat je daarmee je oude wortels helemaal kwijt zou zijn.

Ik las ook:

  • Nobutoki Tetsurō 信時哲郎, ‘“Furusato” wa doko ni aru ka: Murō Saisei “Shōkei ijō (sono ni)” o kangaeru’ 「ふるさと」はどこにあるか:室生犀星「小景異情(その2)」を考える [‘Waar ligt “het oude thuis”? Over Murō Saisei’s “Vreemde genegenheid voor een bescheiden landschap (2)”’], Jōchi kindai bungaku kenkyū 上智近代文学研究 7 (1989).

(Murō Saisei is overigens ook de dichter van de mooie stelling ‘Haiku is geen literatuur van oude mensen’.)

De tekeningen vormen de laatste twee panels van de aflevering van Prins Valiant van 3 november 1946, door Harold Foster. Vert. Marq van Broekhoven (Silvester, 2010).