Categorieën
poëzie

onwetend van geluk

            bergen, bergen, bergen

            .

      ‘god schiep het platteland

       de mens maakte de stad’

            .

als de wind over de vlakte

zo spontaan ben ik gekomen, maar

            .

zie ik bij het oude dorp de lichtpaarse

bergen daar, dan kwam ik in tranen.

            .

 山・山・山
            
.
      ″神は田舎を造り
      人は都会を作る″
            
.
原つぱの風のやうに
身まゝ気まゝで来はきたが
            
.
うす紫のふるさとの
山を見たらば泣けて来た。
            
.
      ゆめ・たけひさ

Gepubliceerd in Fujin gurafu 婦人グラフ [Ladies Graphic] 4: 2 (februari 1927) . Takehisa Yumeji shigashū, p. 192-193.

            Fragmenten

            .

            4

een tweede keer

zullen we elkaar niet zien: zo

flirten we met elkaar

en terwijl we denken dat het een flirt is

is het droefenis.

            .

            6

een van de komst van geluk onwetende

idioot was ik

een van geluks

vertrek ook onwetende

idioot was ik

besefte ik op de avond van de breuk.

            .

 断章
      
.
  4
またふたゝび
みまじといへば
たはむれながら
たはむれとおもへど
かなしきものなり。
      
.
  6
しあはせがきたのをしらぬ
ばかでした
しあはせが
いつたもしらぬ
ばかでした
わかれたよひにしりました。

Uit Aoi shōkei 青い小経 [Het blauwe paadje] (1921). Takehisa Yumeji shigashū, p. 114-121. De volledige reeks ‘Fragmenten’ telt tien gedichten.

            ademen

            .

twee jonge mensen die

zonder iets te doen

zonder iets te zeggen 

alleen maar ademen.

            .

 ためいき
            
.
わかきふたりは
なにもせずに
なにもいはずに
ためいきばかり。

Uit Yoru no rodai 夜の露台 [Het nachtelijk terras] (1916). Takehisa Yumeji shigashū, p. 82.

Takehisa Yumiji’s illustratie bij zijn gedicht ‘ademen’(1916). Bron: Takehisa Yumeji shigashū, p. 82.

Moet ik hem een ‘guilty pleasure’ noemen? Tot het werk van Takehisa Yumeji 竹久夢二 (1884-1934) verhoud ik me zo’n beetje als tot dat van Alphonse Mucha (1860 -1939), ook een nadrukkelijk commercieel opererend kunstenaar die beroemd werd met in drukwerk vermenigvuldigde vrouwenfiguren. Ik was er in mijn jonge jaren helemaal weg van, maar gaandeweg kreeg de oude man in mij ergens het knagende gevoel dat dit soort in massale hoeveelheden mechanisch geproduceerde dromerige esthetiek en identiek ogende ideaalvrouwen over het randje van goede smaak is — dat gaat niet meer over echte mensen. Beide mannen dreigden zichzelf tegen het einde van hun carrière te overleven; de grafische stijl die hen eerst publiekssuccessen bezorgde werd later als ‘niet meer van deze tijd’ weggezet. Dat je beiden regelmatig in het aanbod van posters en boekenleggers tegenkomt maakt de snob in mij ook wat ongemakkelijk. Toch is het vaak sterk werk, in zijn vervlechting van grafische traditie en moderniteit, met regelmatig de suggestie van een binnenkant (en die ontbreekt nogal bij Mucha).

Takehisa werd geboren als Mojirō 茂次郎. Net iets anders geschreven betekent zijn kunstenaarsnaam Yumeji ‘dromenpad’ (夢路)  en die lading dekt veel van zijn thematiek. Hij is vooral bekend om afbeeldingen van ‘schoonheden in de Yumeji-stijl’ (yumejishiki bijin 夢二式美人): melancholische, languissante jonge vrouwen die met grote ogen in de verte staren en mij via kronkelassociaties wel eens aan Modigliani doen denken. Een autodidactisch kunstenaar met een expressie die perfect aansloot bij wat de ‘Taishō-Romantiek’ (taishō roman 大正ロマン) is gaan heten, de modernistisch-romantische stijl die het relatief liberale klimaat van de Taishō-periode (1912-1925) begeleidde.

Veel van Takehisa Yumeji’s werk was bedoeld voor meisjes- en vrouwentijdschriften. Dat geeft een interessante draai aan zijn vrouwenbeelden: het zijn niet alleen mannelijke objectificaties, maar ook een spiegel waarin lezers zich konden (of moesten) herkennen. Naast zijn prenten, tekeningen en schilderijen schreef Yumeji liedjes en gedichten, ook alweer vaak voor vrouwen- en meisjesbladen. Bij deze een flinter van zulke poëzie.

Ik gebruikte:

  • Ishikawa Keiko 石川圭子, red., Takehisa Yumeji shigashū 竹久夢二詩画集 [Verzamelde geïllustreerde gedichten van Takehisa Yumeji] (Tokyo: Iwanami Shoten, 2016, 20193).

Lees ook:

  • Nozomi Naoi, Sabine Schenk en Maureen de Vries, Takehisa Yumeji (Amsterdam: Hotei Publishing/Nihon no hanga, 2015).

De afbeelding toont het gedicht ‘bergen, bergen, bergen’ als onderdeel van de prent die Takehisa Yumeji ontwierp voor het tijdschrift Fujin gurafu 婦人グラフ, februari 1927. Bron: Takehisa Yumeji shigashū 竹久夢二詩画集 (Tokyo: Iwanami Shoten, 2016), p. 192. Zonder gedicht ging de prent na Yumeji’s dood een eigen leven leiden, vaak als onderdeel van een set van negen, de serie Legenden van een besneeuwde nacht (Yuki no yoru no densetsu 雪の夜の伝説). Het was de uitgever Katō Junji 加藤潤二 (1885-1961) die vanaf de late jaren ’30 van de vorige eeuw veel van Yumeji’s ontwerpen opnieuw uitgaf, vaak ook als prentbriefkaart. Zie ook Naoi, Schenk en De Vries, Takehisa Yumeji (2015), p. 132, 133.