In april 1926, opgezadeld met onverklaarbare waanbeelden, ging ik op aalmoeszwerftocht:
ik baan me een weg baan me een weg en nog steeds groene bergen
wake-itte mo wake-itte mo aoi yama
大正十五年四月、解くすべもない惑ひを背負うて、行乞流転の旅に出た。
分け入っても分け入っても青いやま
wervelend proef ik het water
hyōhyō to shite mizu o ajiwau
へうへうとして水を味ふ
alleen word ik opgegeten door muggen
hitori de ka no kuwarete iru
ひとりで蚊にくはれてゐる
de rechte weg is eenzaam
massugu na michi de samishii
まっすぐな道でさみしい
fladderend dronken vallen de boombladeren
horohoro yōte ki no ha furu
ほろほろ酔うて木の葉ふる
met het geluid van water kwam ik naar het dorp afgedaald
mizuoto to issho ni sato e orite kita
水音といつしよに里へ下りて来た
zwijgend trek ik de strosandalen van vandaag aan
damatte kyō no waraji haku
だまって今日の草鞋穿く
koude wolken razen voort
samui kumo ga isogu
寒い雲がいそぐ
een vlinder van achter me naar voren fladderend
chōchō ura kara omote e hirahira
てふてふうらからおもてへひらひら
ook vandaag kwam er de hele dag niemand – vuurvliegjes
kyō mo ichinichi dare mo konakatta hōtaru
けふもいちにち誰も来なかったほうたる
een mooie weg naar een mooi gebouw; het is een crematorium
yoi michi ga yoi tatemono e yakiba desu
よい道がよい建物へ、焼場です
Taneda Santōka 種田山頭火 (1882-1940) is vermoedelijk de bekendste vertegenwoordiger van de ‘vrije haiku’ (jiyūritsu haiku 自由律俳句), een herinterpretatie van de haiku-vorm die in gang gezet werd door Ogiwara Seisensui 荻原井泉水 (1884-1976) met zijn tijdschrift Sōun 層雲 (Gelaagde wolken). Seisensui wilde af van het versteende 5-7-5-schema en de verplichte seizoenswoorden en vond dat er in de poëzie meer gebruik gemaakt moest worden van spreektaal. Twee belangrijke leerlingen van Seisensui waren Santōka en Ozaki Hōsai 尾崎放哉 (1885-1926).
Het wijdverbreide beeld van Santōka (zijn wat raadselachtige dichtersnaam betekent ‘bergtopvuur’) is dat van de rondzwervende bedelmonnik in een moderniserend Japan. Dat is ook wel terecht, maar zijn bestaan als dakloze Zen-monnik begen pas op zijn 42e. Daarvóór leidde hij een leven als getrouwd man en, achtereenvolgens, sakebrouwer, boekhandelaar en, inmiddels gescheiden, cement-laborant, bibliothecaris, en gemeenteklerk — allemaal beroepen waarin hij spectaculair mislukte, mede doordat hij een flink drankprobleem ontwikkeld had. Zijn drankzucht was er ook min of meer de directe oorzaak van dat hij in 1923 in een Zen-klooster terecht kwam, waar hij een jaar later zijn wijding ontving en begon aan het zwerversbestaan dat hij tot zijn dood in 1940 zou volhouden.
Ik gebruikte wat vermoedelijk de eerste Japanstalige bundel van moderne poëzie is die ik ooit cadeau kreeg:
- Santōka kushū (1) 山頭火 句集(一) (Tokyo: Shun’yōdō, 1989).
De foto is een still uit de befaamde plastic bag scene in American Beauty (1999) van Sam Mendes.