de boom in mijn droom
.
die honderdjarige enorme boom
is een in mijn droom gegroeide
groene tand
diep in de nacht werd die in de wind
meedogenloos ontworteld
.
als een door de wind tot razernij gedreven leeuw
greep ik de boom en vloog ermee door de lucht
in mijn droom kan ik
naar het lot van een hardhandig overgeplante boom
niet gissen
.
als er geen boom is
begint mijn hemel in te storten
als er geen boom is
raakt mijn wereld hol en leeg
.
de boom is een warme halteplaats op mijn dromenpad
aan de zang van kwetterende vogels in de boomtop ben ik gewend geraakt
bij de mensen die koelte zoeken in de schaduw van de boom of er schuilen voor de regen en
bij de grauwe dageraad die de bladeren begroeten voel ik me op mijn gemak
.
nadat de boom in mijn droom verdwenen is
spugen de papavers hun gif uit
nadat de boom in mijn droom verdwenen is
blijft de koets vastzitten in de modder
.
als er geen boom is kan ik
me alleen maar het donkergroen herinneren dat in het vogelgekwetter achterbleef
als er geen boom is
rest me niets dan bidden dat de boom op een verre plek kan opgroeien
.
夢の中の木
.
その百年の大木は
私の夢の中に生えた
緑色の歯である
深夜 それは風に
容赦なく根こそぎにされた
.
風は狂った獅子のように
木を摑んで空を飛んでゆく
夢の中で 私は
強引に移植されようとする木の運命を
推測できない
.
木がないと
私の空崩れ始める
木がないと
私の世界は空っぽになる
.
木は私の夢路にある暖かい宿場だ
その梢で囀る鳥の鳴き声を私は聞き慣れている
その木陰で涼んだり雨宿りする人々 そして
葉が迎える黎明に私は馴染んでいる
.
きが夢の中で消えた後
ケシの花は毒素を吐き出し
木が夢の中で消えた後
馬車も泥濘にはまった
.
木がないと私は
鳥の囀りに残る濃緑を追憶するしかない
木がないと
私は 木が遠方で育つのを祈るほかない
Het openingsgedicht van Tian’s Japanse debuutbundel Sōshite kishi ga tanjō-shita (‘Zo werd de kust geboren’; Tokyo: Shichōsha, 2004). Den Gen shishū (var. Ti’en Yu’en shishū) 田原詩集 (Tokyo: Shichōsha, 2014), p. 10.
geheugen
.
het geheugen van mensen
kabbelt als door een duikerbuis
onvermoeibaar
stroomt het tot het sterft
.
het geheugen van de geschiedenis
is onvergankelijk als de zee
zelfs als de aarde vergaat
stroomt het naar een andere ster
.
het geheugen van god
is als de sprakeloze hemel
zelfs als de waarheid geweld wordt aangedaan
zwijgt het eeuwig
.
het geheugen van de oorlog
is een door drijfzand opgeslokt kerkhof
zelfs als een granaatscherf zou roesten en verteren
blijft de droefenis
.
bomen kunnen zich hun groen niet herinneren
zelfs als ze alles in hun jaarringen proberen te verstoppen
worden ze aan de zaag blootgesteld
.
記憶
.
人間の記憶は
暗渠のようにささらぐ
疲れも知らずに
死ぬまで流れる
.
歴史の記憶は
海のように消えない
地球が崩壊しても
はかの星へ流れて行く
.
神様の記憶は
いつまでも無言の空のように
真理が犯されても
沈黙のまま
.
戦争の記憶は
流砂に呑まれる墓地
ミサイルの破片が錆びて腐っても
悲しみが残る
.
樹木は緑を記憶することができない
すべてを年輪に隠そうとしても
ノコギリにさらされる
Uit de bundel Ishi no kioku 石の記憶 (‘Het geheugen van stenen’; Tokyo: Shichōsha, 2009). Den Gen shishū (var. Ti’en Yu’en shishū) 田原詩集 (Tokyo: Shichōsha, 2014), p. 63-64.
De Chinese dichter Tian Yuan 田原 (Jp. Den Gen/Ti’en Yu’en, 1965) won in 2010 de zestigste Meneer H. Prijs (eichi-shi shō H氏賞) voor poëzie met zijn bundel Ishi no kioku 石の記憶 (‘Het geheugen van stenen’, 2009), waarin het trauma van de Sichuan-aardbeving van 2008 centraal staat.
Tian begon op zijn zesentwintigste Japans te leren, als uitwisselingsstudent. Hij woont en werkt in Japan.
Tian dicht ook in het Chinees en vertaalde de Japanse meesterdichter Tanikawa Shuntarō 谷川俊太郎 (1931) naar zijn moedertaal. In een essay dat hij een jaar na zijn prijs in het Japans schreef stelt hij dat ‘wanneer ik iets in het Japans creëer, dan probeer ik mezelf opnieuw uit te vinden en te herscheppen door in een andere taal dan mijn moedertaal te creëren’. Makkelijk is dat niet:
Ik heb nog steeds het gevoel dat ik een ‘gast’ ben in het Japans en geen ‘meester’. Deze lastig te plaatsen psychologische discrepantie komt in de buurt van wat de meertalige dichter Paul Celan ooit opmerkte: ‘Alleen in de moedertaal kun je de waarheid uitspreken, in een vreemde taal liegt de dichter’. Het Japans, dat ik inmiddels onder de knie heb, geeft me nog steeds het gevoel dat ik als een kind ben dat nog maar net begonnen is de taal te leren. […]
Wanneer ik in het Japans iets creëer, dan probeer ik mezelf opnieuw uit te vinden en te herscheppen door in een andere taal dan mij moedertaal te creëren. Chinese lyriek ban ik bewust uit en ik vermijd inhoudsloze abstractie of het blijven hangen in beschrijvingen van het alledaags bestaan. Het is alleen helemaal niet makkelijk om los te komen van de denktrant van mijn moedertaal en van mijn Chinese emoties of om eigen ervaringen en herinneringen te negeren.
私は相変わらず自分が日本語の“客人”であって、“主人”ではないと感じている。この整理しにくい心理的落差は、数カ国語を操る詩人ツェラン(Paul Celan)が吐露した「母語だけが自分の真理を言い表すことができるのであり、外国語で書く詩人の表現しているものはでたらめである」と一致する。使いこなせるようになった日本語の言葉の前でも、自分がやはりまだ言葉を習いはじめた子どものようだとしみじみと感じさせられるのだ。<中略>
私は日本語で創作するとき、母語以外の言語で創作すると言うことを通じて創作の自己革命と換骨奪胎を行い、意識的に中国式の抒情から脱却し、中身のない抽象的表現をしたり、ただ日常生活レベルの叙述にのみ留めることは避けたいと思っている。しかし母語の思考様式と中国的情緒から脱却すること、自分の人生経験と記憶に背くことは全く容易ではない。
Tian’s Japanse poëzie las ik ook ter voorbereiding van een stuk over tweetalige dichters (telkens Japans en een andere taal) dat binnenkort zal verschijnen in Filter: tijdschrift voor vertalen.
Meer Japanstalige poëzie van Tian Yuan in Engelse vertaling van William I. Elliott en Kazuo Kawamura is te lezen op de website van Poetry International.
De afbeelding toont een detail van Bamboebos en geïrrigeerde velden (Forêt de bambous et champs irrigués, 1992) van Wu Guangzhong (1919-2010). Collectie musée Cernuschi, Parijs.