goudkleurige
heel kleine vogeltjes
vormen ze
gingko-bladeren vallen
op een heuvel in de avondzon
konjiki no / chiisaki tori no / katachi shite / itchō chiru nari / yūhi no oka ni
金色のちひさき鳥のかたちして銀杏ちるなり夕日の岡に
Een tanka van Yosano Akiko 与謝野晶子 (1878-1942).
Een vleugje locale trots: de Leidse Hortus Botanicus heeft een heel oude en dus inmiddels grote gingko-boom (Ginkgo biloba, Jp. itchō 銀杏), die daar in 1785 is geplant. De Leidse gingko is de op een na oudste van Europa. Afgelopen week werd de boom verkozen tot Nederlandse boom van het jaar.
De gingko is de dinosauriër onder de bomen en stamt ook uit de tijd dat er nog dinosauriërs op aarde rondliepen. Het blad ervan heeft een typische waaiervorm met een inkeping in het midden.
Jammer genoeg is de Leidse gingko een mannetje, wat betekent dat die geen vruchten draagt. De geroosterde en licht gezouten gingko-noten (ginnan 銀杏) zijn een perfect borrelhapje.
In de herfst verkleuren de bladeren ervan tot een schitterend goudgele kleur. Mijn twee herfsten aan de Universiteit van Tokyo brachten me de pracht ervan goed bij: de Hongō-campus staat vol met gingko’s en in het najaar lag die elke ochtend bedekt met een gouden tapijt. Totdat universitair bestuur later op de dag ingreep en oude mensjes (ja, zij waren veel kleiner dan ik — die in alles buitenmaats was) dat alles liet opvegen.
De foto toont gevallen gingko-bladeren.
7 reacties op “gouden vogeltjes”
Ik kan het niet laten dit gedicht van Goethe erbij te halen waaraan ik telkens denk als ik de Leidse hortus binnenga (1815 geschreven, 1819 opgenomen in zijn “West-Östlicher Divan”)
Gingo biloba
Dieses Baums Blatt, der von Osten
Meinem Garten anvertraut,
Giebt geheimen Sinn zu kosten,
Wie’s den Wissenden erbaut,
Ist es Ein lebendig Wesen,
Das sich in sich selbst getrennt?
Sind es zwei, die sich erlesen,
Daß man sie als Eines kennt?
Solche Frage zu erwidern,
Fand ich wohl den rechten Sinn,
Fühlst du nicht an meinen Liedern,
Daß ich Eins und doppelt bin?
Prachtig! Weten we wáár Goethe zijn gingko zag?
De Ginkgo in de Leidse hortus is inderdaad een mannetje, maar later is er een vrouwelijk twijgje ge-ent. Zodoende beschikt deze boom over een vrouwelijke tak beschikt. Een paar jaar geleden groeiden voor het eerst enkele zaailingen onder de boom.
Spannend! Ik wist (als botanische leek) niet dat dat kon (een hermafrodiete gingko?). Enige kans dat er ooit noten uit de vrouwelijke tak zullen groeien?
Aan het eind van de achttiende eeuw maakte Goethe kennis met de boom op zijn Europese reizen; uit Parijs liet hij zich zaden brengen en plantte de boom in Weimar in zijn eigen tuin. Bovendien was hij als minister van cultuur en wetenschap verbonden aan het hertogelijke hof van Weimar en betrokken bij de aanleg van de botanische tuin in die stad. Goethe was een groot natuurliefhebber en gepassioneerd botanicus. Ook nu nog is de Ginkgo in zijn prachtige tuin bij zijn voormalig buitenhuis in Weimat te zien.
Morgen ga ik- geïnspireerd door jullie teksten en wetenswaardigheden- de leidse gingo bewonderen. Zal hij- gelijk Adam verrijkt met een vrouwelijke rib uit zijn lijf- weet hebben van deze al eeuwen durende bewondering? Zijn gouden kroon en mantel getuigt in ieder geval van voldoende eigenwaarde: ik zal een kleine buiging maken in oosterse stijl ter ere van zijn herkomst🍂
Zeker produceert de boom, of het vrouwelijke deel ervan, noten. De Japanse schoonmoeder van Frits Vos verzamelde ze.