Categorieën
poëzie

kleren van de keizerin

            Gedicht op ‘koninginnenbroekkruid’:

                                                De priester Sosei

onbekend van wie

            de geur is die zich zo aandient

in de herfstvelden

            wie trok het uit en hing het op

                        dit koninginnenbroekkruid?

nushi shiranu / ka koso nioere / aki no no ni / ta ga nugi-kakeshi / fujibakama zo mo

 ふぢばかまをよめる

ぬししらぬこそにほへれ秋のがぬぎかけしふぢばかまぞも

Kokin wakashū 4 (Herfst 1)-241. Een gedicht van Sosei 素性 (actief ca. 900). Het gedicht draait om de dubbele betekenis die verscholen zit in het woord fujibakama 藤袴 (let. ‘blauweregenbroek’). Het is een plantje (Eupatorium fortunei, ook wel Eupatorium japonicum, Japans leverkruid) dat van lilaroze tot paars bloeit vanaf augustus en dat in de poëzie geldt als een van ‘de zeven herfstgewassen’ (aki no nanakusa 秋の七草). Tegelijkertijd is een hakama een chique type broek die zowel door mannen als vrouwen gedragen werd. Verder is het zo dat hovelingen regelmatig hun kleren parfumeerden met vormen van bijzondere wierook. Kortom, een (misschien wat flauwe) woordgrap én het gegeven dat kleding en bloesem beide kunnen geuren gaf Sosei het materiaal voor zijn gedicht. In het Nederlands wordt Eupatorium leverkruid genoemd maar staat ook wel bekend als koninginnekruid; dat was het haakje voor mijn (ook al niet zo subtiele) woordgrap. Dat paars in westerse tradities geassocieerd wordt met keizers is dan mooi meegenomen.

De afbeelding komt uit: Darby Conley, Get Fuzzy: Survival of the Filthiest (Andrews McMeel Publishing, 2012), p. 7.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *