Categorieën
poëzie

flarden lentenevel

            Gedicht op het thema ‘lentenevel in de avond’:

                                    De Latere Tokudaiji Minister ter Linkerzijde [1139-1192]

boven Nago’s zee

            lentenevel waar door de flarden

                        heen geziene

ondergaande zon gewassen wordt

            in witte golven op open zee

nago no umi no / kasumi no ma yori / nagamureba / iru hi o arau / oki tsu shiranami

  くれノ霞といふことを読める
       後徳大寺左大臣
なごの海の霞のまよりながむれば入る日をあらふ沖つ白波

Shinkokin wakashū 1-35. Fujiwara no (var. Tokudaiji) Sanesada 藤原(徳大寺)実定. Er waren verschillende plaatsen die Nago 奈呉 heetten. Hier gaat het vermoedelijk om Nago aan de kust van de provincie Settsu, bij het huidige Osaka. 

            Toen hovelingen Sinitische poëzie schreven en die combineerden met Japanse gedichten, op het thema ‘lenteuitzicht bij een dorp aan het water’:

                                    De Teruggetreden Soeverein [1180-1239]

rondom kijkend

            nevel aan de voet van bergen

                        bij de Minase

‘in de herfst de avonden’:

            waarom heb ik dat ooit gedacht?

miwataseba / yamamoto kasumu / minasegawa / yūba wa aki to / nani omoikemu

  をのこども詩を作りて歌に合わせ侍りしに、すいきゃうノ春望といふことを
       太上天皇
見わたせば山もとかすむ水無瀬川ゆふべは秋となに思ひけむ

Shinkokin wakashū 1-36. Ex-keizer Gotoba 後鳥羽院. ‘In de herfst de avonden’, schrijft Sei Shōnagon in de opening van haar Hoofdkussenboek, waar zij van elk seizoen het meest aansprekende element benoemt. Gotoba speelt daarmee, maar ook met de dan al eeuwen gecultiveerde wedijver tussen lente en herfst als de belangrijkste seizoenen. Hier —vanwege het thema waarop hij dichten moet— kiest hij voor de lente. Er zit ook nog eens wat eigengeilerei verstopt in dit gedicht, want dit avondlijk uitzicht aan de Minase-rivier ten zuidwesten van de hoofdstad wordt gezien vanuit een villacomplex dat Gotoba daar had laten bouwen. Dat ‘dorp aan het water’ (suikyō 水郷) is in dit geval zijn eigen chique buitenhuis, van waar hij net twee dagen eerder was teruggekomen.

Volgende keer nóg een voetnoot bij dit gedicht, maar dan bij de proza-inleiding (kotobagaki 詞書) ervan.

            Bij de honderdgedichtenreeks-dichtwedstrijd ten huize van de Regent en Opperminister, gedicht op het thema ‘dageraad in de lente’:

                                    Heer Fujiwara no Ietaka [1158-1237]

nevels stijgen op

            bij de Laatste-Dennenberg

vagelijk zichtbaar

            maken ze zich van de golven los

                        en trekken wolken langs de hemel

kasumi tatsu / sue no matsuyama / honobono to / nami ni hanaruru / yokogumo no sora

  摂政太政大臣家百首歌合に、春あけぼのといふ心をよみ侍りける
       藤原家隆朝臣
かすみたつ末の松山ほのぼにおと波にはなるる横雲の空

Shinkokin wakashū 1-37. Sue-no-matsuyama 末の松山 (‘de Laatste-Dennenberg’) was een plaats in het verre noordoost-Japan, waar Ietaka zelf nooit geweest was. Eeuwen later zou Matsuo Bashō (1644-1694) die wel bezoeken voor zijn De smalle weg naar het achterland (Oku no hosomichi, sectie 22).

            Aan Dharmaprins Shukaku aangeboden als [één uit een] vijftiggedichtenreeks:

                                    Heer Fujiwara no Teika [1162-1241]

op een lentenacht

            ligt de vluchtige brug der dromen

                        weer in stukken

opgebroken door bergtoppen

            trekken wolken langs de hemel

haru no yo no / yume no ukihashi / tadoe shite / mine ni wakaruru / yokogumo no sora

  守覚法親王、五十首歌よませ侍りける
       藤原定家朝臣
春の夜の夢の浮橋たどえして峯にわかるる横雲の空

Shinkokin wakashū 1-38. De in het klooster ingetreden prins Shukaku 守覚 (1150-1202) was een belangrijk mecenas voor dichtersactiviteiten.

Vier opeenvolgende gedichten in Nieuwe verzameling van Japanse gedichten van vroeger en nu (Shinkokin wakashū 新古今和歌集, ca. 1208). 

Wat natuurlijk intrigeert is dat al die vergezichten geen registraties zijn van een moment dat gezien wordt, maar verzonnen (of, als je welwillend bent: gereconstrueerd) zijn voor formele dichtersbijeenkomsten waar ter plekke geproduceerd moest worden. Van zulke bijeenkomsten waren er tegen het einde van de twaalfde, begin dertiende eeuw enorm veel. In het achterhoofd van organisatoren zat hoop op interessante bijvangst: gedichten die opgenomen konden worden in een vorstelijke bloemlezing — zoals Nieuwe verzameling van Japanse gedichten van vroeger en nu.

De foto toont het voetveer vanaf de Zijldijk (‘Battello ciclabile canale’), Warmond, met uitzicht op de Broekdijkmolen, 3 mei 2025.