001:
bij hevige wind
en bij hevige regen
dat is het moment
voor een nachtelijke aanval
met een kans van slagen
ōkaze ya / ōame no furu / toki o koso / shinobi youchi no / tayori to wa sure
大風や大雨ふる時をこそしのびようちのたよりとはすれ
003:
leugen en bedrog
zijn niets om je voor te schamen
voor een ninja
is de vijand uit te lokken
tenslotte zijn beroep
itsuwari o / haji to omowaji / shinobi ni wa / teki dashinuku zo / narai narikeru
いつはりを恥とおもはじしのびには敵出しぬくぞならひなりける
017:
voor een ninja
is, meer nog dan op pad te gaan,
een route terug
altijd veilig te stellen
belangrijk voor zijn werk
shinobi ni wa / yuku koto yori mo / nokikuchi o / daiji ni suru zo / narai narikeru
しのびにはゆくことよりも退口を大事にするぞ習なりける
023:
een penseel met inkt
kent tenminste tienduizend
toepassingen
wanneer je op missie gaat
hou dan je penseelset bij je
sumi fude wa / banji no yō ni / tatsu zo ka shi / shinobi yukaba / yatate hanasu na
墨筆は万事の用に立ぞかししのびゆかばやたてはなすな
Een yatate 矢立 is een draagbare penseelset voor op reis. Het woord is afgeleid van ‘pijlenkoker’, de eigenlijke betekenis van yatate. Ninja moeten die bij zich hebben om aantekeningen te kunnen maken of plattegronden te tekenen.
097:
je baggage
wanneer je in een herberg bent
zet je in een hoek
zit met je rug naar de muur
zodat je op kan letten
nimotsu o ba / zashiki no naka ni / tsumi okite / kabe aru kata ni / ban o nasubeshi
にもつをは座敷の中につみ置て壁あるかたに番をなすへし
Ik was vorige week in Parijs voor een congres en vond bij een antiquariaat een curieus boekje van tien jaar oud. Het was een Franse vertaling van De honderd gedichten van Yoshimori (Yoshimori hyakushu 義盛百首), ook bekend als De honderd gedichten over heimelijkheid (Shinobu hyakushu 忍百首). Die honderd waka vormen het totale corpus van een merkwaardig mini-genre, de shinobi-uta 忍歌 of ‘heimelijkheidspoëzie’. Het zijn gedichten die regels formuleren voor ‘de technieken van de heimelijkheid’. Ninjutsu 忍術, kortom: de kunst van de legendarische ninja 忍者. Shinobi-uta is dus ninja-poëzie.
Ninja, of shinobi no mono 忍びの者 (letterlijk ‘heimelijk persoon’) zijn gewapende verkenners die zo onzichtbaar mogelijk kastelen of huizen binnendringen om daar informatie te verzamelen of een aanval uit te voeren. Ze zijn een vaste prik in populaire literatuur en film over de vroegmoderne periode, maar ook een historisch gegeven. Wat hun voorgeschiedenis ook moge zijn, ninja werden vooral een belangrijke groep in de zogenaamde sengoku-periode (1467-1590). Deels ontstaan uit groepen krijger-boeren die met name vanuit de provincie Iga (de tegenwoordige prefectuur Mie) opereerden en zich gaandeweg als huurlingen en spionnen in dienst stelden van verschillende warlords. Vandaar dat ninja ook wel ‘mannen uit Iga’ (iga-mono 伊賀者) genoemd werden. Kort na de unificatie van Japan onder het Tokugawa-shogunaat in de zeventiende eeuw werden ninja nog wel door het nieuwe regime gebruikt, maar ze verdwenen vervolgens uit beeld.
Ninja-technieken en -taktieken worden beschreven in onder meer Bansen shūkai 万川集海 (‘Tienduizend rivieren vloeien samen tot een oceaan’, met een voorwoord uit 1676) toegeschreven aan Fujibayashi Yasutake 藤林保武, een ninja uit de zeventiende eeuw. Hoewel de Bansen shūkai redelijk bekend is, zeker onder liefhebbers van krijgskunsten, lijkt De honderd gedichten van Yoshimori een bijna toepasselijk bestaan in de schaduw te leiden. De waka zouden van de hand van Ise Yoshimori 伊勢義盛 zijn, een voormalig struikrover uit Iga, het thuishonk van de ninja, die generaal werd onder de legendarische held Minamoto no Yoshitsune 源義経 (1159-1189) in de Genpei-oorlog van 1180-1185. Hij wordt daarom een aantal keer genoemd in De val van de Taira. Dat Yoshimori de gedichten geschreven zou hebben is niet waar. De gedichtenreeks zal uit de laat-zestiende eeuw stammen en de auteur ervan is onbekend. Je komt hem voor het eerst tegen in een grote verzameling van teksten over krijgskunsten, Verzameling van militaire strategieën (Gunpō jiyōshū 軍法侍用集; voorwoord 1618, uitgaven in 1653 en 1655). De waka zijn dus wel echt van en bedoeld voor ninja.
Ik las:
- Fujibayashi Yasutake, Bensenshûkai: Le Traité des Dix Mille Rivières. Suivi des Cent Poèmes ninja de Ise Saburô Yoshimori, vert. Axel Mazuer (Parijs: Albin Michel, 2013).
- Doi Daisuke 土井大介, ‘Ninjutsu dōka: kōhon “Ise Saburō Yoshimori shinobu hyakushu”’ 忍術道歌:校本「伊勢三郎義盛忍百首」 [‘Ninja-poëzie: de Honderd gedichten van Yoshimori’], Mita kokubun 三田国文 31 (2000), p. 55-67.
- Doi Daisuke 土井大介, ‘Shinobi-uta no raireki: Dōkashū “Ise Saburō Yoshimori shinobu hyakushu” to ninjutsu densho “Bansen shūkai” o chūshin ni’ 忍歌の来歴:道歌集「伊勢三郎義盛忍百首」と忍術伝書『万川集海』を中心に [‘Een geschiedenis van ninja-poëzie’], Mita kokubun 三田国文 34 (2001), p. 14-31.
De afbeelding komt uit de manga Ninja mugeichō 忍者無芸帳 (‘Ninja krijgsklunsenboek’, 1985) door Ishii Hisa’ichi いしいひさいち. De titel van en het oorspronkelijke idee voor de strip is een parodie op de manga Ninja bugeichō 忍者武芸帳 (‘Ninja krijgskunstenboek’, 1959-1962) van Shirato Sanpei 白土三平 (1932-2021). Lees van rechts naar links en van boven naar beneden. Rechts: (1) ‘Een ninja!’ ‘Háh’ (3) [radslag] (4) ‘Auww’. Links: (1) ‘Hé. Hé. Hé jij. Spring daar es overheen’ ‘Auw-auw-auw’ (3) BONK (4) ‘Dit mag je van me houden. Begin er een winkeltje mee of zo.’ ‘So’rrie…’.