Categorieën
poëzie

leven

            dat wij leven geboren mogen laten worden

            .

het was een nacht in de kelder van een verwoest gebouw.

slachtoffers van de atoombom 

vulden die donkere kelder zonder een enkele kaars

tot barstens vol.

de geur van vers bloed, de stank van de dood.

de drukkende benauwdheid van bezwete lichamen, gekreun

waaruit een wonderlijke stem klonk.

‘er wordt een baby geboren’, zei iemand.

in deze kelder op de bodem van de hel

was nu een jonge vrouw aan het bevallen.

in een duisternis zonder een enkele lucifer

wat kon je daar beginnen

en toch vergaten de mensen hun eigen pijn

‘ik ben een vroedvrouw, ik zal helpen bevallen’

zei iemand

die daarnet nog als zwaargewonde aan het kreunen was.

zo werd op de bodem van een duistere hel

een nieuw leven geboren.

zo kwam nog voor de dageraad aanbrak

en onder het bloed de vroedvrouw te sterven.

dat wij leven geboren mogen laten worden

dat wij leven geboren mogen laten worden

al moeten we ons eigen leven opofferen

            .

 生ましめんかな
            
.
こわれたビルディングの地下室の夜だった。
原子爆弾の負傷者たちは
ローソク一本ない暗い地下室を
うずめて、いっぱいだった。
生ぐさい血の匂い、死臭。
汗くさい人いきれ、うめきごえ
その中から不思議な声が聞こえて来た。
「赤ん坊が生まれる」と言うのだ。
この地獄の底のような地下室で
今、若い女が産気づいているのだ。
マッチ一本ないくらがりで
どうしたらいいのだろう
人々は自分の痛みを忘れて気づかった。
と、「私が産婆です、私が生ませましょう」
と言ったのは
さっきまでうめいていた重傷者だ。
かくて暗がりの地獄の底で
新しい生命は生まれた。
かくてあかつきを待たず産婆は
血まみれのまま死んだ。
生ましめんかな
生ましめんかな
己が命捨つとも

Afgelopen vrijdag kwam het nieuws naar buiten dat de Nobelprijs voor de Vrede 2024 gaat naar een organisatie van overlevenden van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki die zich inzet voor een kernwapenvrije wereld. 

De Japan Confederation of A- and H-Bomb Sufferers Organizations (Nihon Hidankyō 日本被団協, een afkorting van Nihon Gensuibaku Higaisha Dantai Kyōgikai 日本原水爆被害者団体協議会) is in 1956 opgericht om, in eerste instantie, de Japanse overheid te dwingen meer aandacht te schenken aan overledenen van de twee atoombommen van augustus 1945. Een belangrijke activiteit is het verzamelen van ooggetuigenverslagen en het lobbyen bij inmiddels niet alleen de Japanse regering maar ook internationale organisaties waaronder de VN, omdat het doel is uitgegroeid tot het uitbannen van kernwapens uit de hele wereld. 

‘De beweging ontvangt de prijs voor “de inspanningen om een wereld zonder kernwapens te verwezenlijken en voor het door middel van getuigenverklaringen aantonen dat kernwapens nooit meer mogen worden gebruikt”, schrijft het Nobelprijscomité.’ Aldus het persbericht van de NOS. Wel sympathiek (maar natuurlijk ook een PR-nachtmerrie) is dat de laatste updates op de Engelstalige homepage van deze organisatie dateren van mei jl., maar ook de Japanstalige pagina noemt de Nobelprijs nog nergens. (Op moment van dit schrijven althans, 12 oktober 2024.)

Dit is een van de bekendere gedichten van Kurihara Sadako 栗原貞子 (1913-2005), een dichter die vooral bekend is als vertegenwoordiger van het zware genre ‘atoombomliteratuur’ (genbaku bungaku 原爆文学). Zij nam dit gedicht op in haar bundel Zwarte eieren (Kuroi tamago 黒い卵), die bij verschijning in augustus 1946, dus precies een jaar na de twee atoombommen, het eerste voorbeeld was van dat nieuwe genre. (In 1946 was dit nog een door de Amerikaanse bezettingsmacht gecensureerde editie [ken’etsu sakujoban 検閲削除版]; pas in 1983 publiceerde Kurihara het volledige manuscript, met daarin ook de gedichten en tanka die vanwege hun al te nadrukkelijke anti-oorlogstoon in 1946 te gevoelig lagen — ook al waren ze geen kritiek op de bezettingsautoriteiten.)

Geboren en getogen in Hiroshima, maakte Kurihara op 6 augustus 1945 de atoombom op haar stad mee; haar woning bevond zich op zo’n vier kilometer van ground zero. Het gedicht is gebaseerd op een verhaal dat zij hoorde kort nadat de bom gevallen was.

Links: Kurihara Sadako in 1984. Rechts: de omslag van de 1946-editie van haar dichtbundel Zwarte eieren.

De Engelse vertaling van de titel wordt meestal gegeven als ‘Let Us Be Midwives’ (‘Laat ons vroedvrouwen zijn’; dat is dan in de bekendste vertaling, van Richard Minear), waarvan je natuurlijk stellen kan dat dat de oproep is van dit gedicht, waarover Kurihara zelf ooit gezegd heeft dat het als thema het herwinnen van onze menselijkheid te midden van extreme onmenselijkheid heeft. [Geciteerd in Treat, Writing Ground Zero (1995), p. 162-163] De rauwheid van het moment van schrijven verklaart, denk ik, ook waarom het gedicht nogal rechttoe-rechtaan is, met nadrukkelijke symboliek. Tegelijkertijd is dit gedicht veel beschermender voor de lezer dan poëzie van bijvoorbeeld Hara Tamiki 原民喜 (1905-1951).

De bekendheid van dit gedicht in Japan zal veel te maken hebben met de weerbaarheid die eruit spreekt. Het is een weerbaarheid die, zoals wel is opgemerkt, je vaker ziet onmiddellijk na een tragedie — maar wel een weerbaarheid die, naarmate de tijd verstreek en er eigenlijk niets veranderde, bij Kurihara overging in cynisme. Ook dat is helaas een al te herkenbaar patroon.

De foto toont Kudō Masako 工藤雅子 (62 jaar) van de Nihon Hidankyō nadat deze organisatie te horen kreeg dat het de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen heeft.