Categorieën
poëzie

maak je maar geen illusies

als ik de tunnel

            uitkom, dan zijn de bergen

                        oranje gekleurd

de toekomst is een erg mooi

            gezichtsbedrog geschonken

suidō o / izureba yama no / akane shite / mirai akaruki / sakkaku motasu

隧道をいづれば山の茜して未来明るき錯覚持たす

De Japanse meekrap (akane 茜, ‘roodwortel’; Rubia argyi) heeft oranje wortels; vandaar dat ze ook voor die kleur staat. Als seizoenwoord is de akane verbonden met de herfst.

Een tanka van Saitō Fumi 斎藤史 (1909-2002) uit 1969, opgenomen in haar bundel Allesrood (Hitakurenai ひたくれなゐ, 1976).

De dichter speelt met de uitdrukking ‘een mooie toekomst’ (akaru[k]i mirai, let. ‘een heldere toekomst’; het Engelse ‘bright future’ zit daar mooi dicht op), maar draait die om door ‘helder’ bijvoeglijk te maken bij ‘illusie’ (of ‘gezichtsbedrog’, sakkaku). Een mooie toekomst is een illusie. Oranje wordt onheilspellend.

De afbeelding toont San Francisco tijdens de Californische bosbranden van september 2020. Foto Brittany Hosea-Small. Bron: Al Jazeera.

Categorieën
poëzie

duistere boom

zijn in dit woud dan

            geen kogelsporen te vinden

                        in al die bomen?

het kreupelhout van het geheugen

            wordt almaar duisterder

kono mori ni / dankon no aru / ki arazu ya / kioku no shigemi / kuramitsutsu ari

この森に弾痕のある樹あらずや記憶の茂み暗みつつあり

Een tanka van Saitō Fumi 斎藤史 (1909-2002), in haar bundel Het azuurblauw van een herfsthemel (Shūten ruri 秋天瑠璃, 1993).

(Een grammaticaal correctere vertaling van het eerste deel van deze tanka is: ‘zijn er in dit woud soms geen bomen die kogelsporen hebben?’en dat ya moeten we dan vooral zien als een retorisch vraagteken — maar ik hou graag de Japanse beeldsequentie aan, waarbij die ‘bomen’ als laatste genoemd worden.)

De afbeelding toont een detail van het doek Der Baum 25-10-09 (2009) van Armando. Bron: Antoon Melissen, red., Armando: Between Knowing and Understanding (Rotterdam: NAI010 Publishers, 2015), p. 228.

Categorieën
poëzie

witte haas vanuit de sneeuw

wit was de haas

vanuit een besneeuwde berg

            kwam ze tevoorschijn

en werd toen gedood, vermoord

            de ogen wijd geopend

shiroki usagi / yuki no yama yori / idete kite / korosaretareba / me o hiraki ori

白きうさぎ雪の山より出でて来て殺されたれば眼を開き居り

Een tanka van Saitō Fumi 斎藤史 (1909-2002), geschreven in 1948 en opgenomen in haar bundel Waar het lied heen ging (Uta no yukue うたのゆくへ, 1953). Tijdens de Tweede Wereldoorlog verhuisde zij naar de bergen van Nagano, waar zij bleef wonen.

Ik zie het nieuws en het is weer eens lastig dit niet metaforisch te lezen.

Dit is een van Saitō’s bekendere gedichten: op het oog een simpele formulering, maar met duistere betekenis. Saitō’s tanka kent een licht vervreemdend taalgebruik. Door de eerste regel net iets te lang te laten zijn (zes in plaats van de gebruikelijke vijf morae — een geval van ‘een lettergreep teveel’, of ji-amari 字余り) legt het nadruk op de witheid van de haas (of het konijn). De vierde regel wordt helemaal ogenomen door de passieve vorm van het werkwoord ‘vermoorden’ (korosu) en eindigt met een grammaticale constructie die je zowel als een tijdszin (‘toen’) als als redengevende constructie (‘omdat’) vertalen kan: de haas die onzichtbaar had moeten blijven kwam de wereld in en dat was voldoende om door geweld vermorzeld te worden. Of misschien was het een suïcidale haas, die niet meer wist waarom ze zichzelf zou wegcijferen. 

Er bestaat een variant van dit gedicht waarin de eerste regel luidt: shiro-usagi 白うさぎ, ‘de witte haas’ (of, zo je wil: ‘het witte konijn’).

De afbeelding toont een fragment van de twaalfde- of dertiende-eeuwse Rolschildering van de dartelende dieren (Chōjū giga 鳥獣戯画). Bron: Kōsan-ji.