Categorieën
poëzie

een pad dat wat meandert

            Herfstdag, me vermeiend in de velden

Ondiep water, zacht zand, een pad dat wat meandert; 

er klinkt een weefgetouw, en boomgeruis: er woont daar iemand.

Achter een gelige wolkenbank rijzen witte golven op:

rond rijp-geurende rijsthalmen staat hoog de gerst in bloei.

秋日野遊。浅水柔沙一径斜、機鳴林響有人家。黄雲堆裏白波起、香稲熟辺喬麦花。

Gozan bungaku zenshū dl 1, p. 96; NKBT 89, p. 64. Ik ga ervan uit dat Kokan Shiren speelt met beeldspraak: de gele wolken zijn bloeiende gerstaren; de witte golven zijn de wolken daarboven.

In de traditionele maankalender begint de herfst al in augustus. Dat is bijna.

Weer een gedicht van de Zen-monnik Kokan Shiren 虎關師錬 (1278-1346).

De foto toont een pad bij Pont-Croix, Bretagne, 10 juli 2024.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *