houtrot in moderniserend Japan

            De Shinobazu-vijver

Het meertje strekt zich uit achter een bordeel:

dit ‘prachtig uitzicht’ schraagt zich tegen heuvels.

Een troep hongerige eenden vecht er om wat waterplanten;

resten van verwelkte lotussen zinken daar in het ijs.

De schrijn voor Benzaiten wordt almaar ouder;

het paardenrenbaanhek valt van houtrot uit elkaar.

Voorbij het water doen snaarmuziek en lied ontroeren;

de avondzon klimt al omhoog en laat haar stralen vallen.

不忍池。小湖開郭裏。勝概寄邱陵。飢鴨群争藻。枯荷折入氷。弁財祠漸古。調馬埒将崩。隔水絃歌動。夕陽既上燈。

Een gedicht uit 1896. De uitgestrekte Shinobazu-vijver in Ueno, noordoost-Tokyo, is al eeuwen een bekende plek. Midden in de vijver staat nog steeds een tempeltje gewijd aan de godin Benzaiten, één van de zeven geluksgoden (shichifukujin). Ook de lotussen zijn er nog altijd. Al gold in de vroegmoderne periode de vijver als een ‘prachtig vergezicht’ (shōgai 勝概), hier is het moeilijk Shiki’s gebruik van die wat versleten term niet als ironisch te lezen. In de Meiji-periode was er in Nezu, aan de noordkant van de vijver, een bordeel. Tussen 1884 en 1892 werden er over een renbaan van 1600 meter rondom de vijver paardenraces gehouden. Het gedicht leest als een wat wrange blik op de verworvenheden van een moderniserend Japan.

In 1889 hoestte Masaoka Shiki 正岡子規 (1867-1902) voor het eerst bloed op, een teken van wat een destijds niet te behandelen tuberculose bleek. De ziekte verergerde na een verblijf als journalist aan het front in de Sino-Japanse oorlog, in 1895. De laatste vier jaar van zijn leven zou hij, verrekkend van de pijn, goeddeels op bed doorbrengen, enigszins geholpen door morfine. Vanaf zijn ziekbed heeft Shiki zonder overdrijven de moderne Japanse poëzie blijvend veranderd. 

Shiki beoefende alle poëziegenres: haiku, tanka, Sinitisch vers, ‘nieuwe-stijl poëzie’ (zie ook: termen), maar hij is zonder meer het beroemdst vanwege zijn heruitvinding van de haiku-vorm. 

Hier een Sinitisch gedicht. Haiku komen een andere keer.

In deze Triptiek ‘Paardenrennen in Shinobazu, Ueno’ uit 1890, door Toyohara Chikanobu 豊原周延 (1838-1912), wordt de renbaan nog voorgesteld als een glorieuze verworvenheid van moderniserend Japan. De Meiji-keizer kijkt toe in gala-uniform; jockeys en baanrechters zijn allen de perfecte Engelsman. In de achtergrond een glimp van het Benzaiten-tempeltje. Collectie Harvard Art Museums

6 reacties op “houtrot in moderniserend Japan”

Wat een prachtg gedicht!
Is dit een vaste dichtvorm: 8 regels van 5 Chinese karakters?

Zoals ik ook uitleg op de pagina ’termen’ (zie: ‘kanshi 漢詩’), is in Japan al vrij vroeg één specifieke vorm van Sinitische poëzie dominant. Dat is het ‘gereguleerde vers’ of ‘normgedicht’ (in de vertaling van Wilt Idema), een uit coupletten opgebouwde regelmatige versvorm, waarbij alle acht regels ofwel vijf ofwel zeven karakters tellen.

Shiki! Ik wil gelijk de nostaligsche klassieker geschreven bij een tussenstop in zijn geboortestdad (op weg naar het front, 1895) toe voegen. Over het Nederlands ben ik niet helemaal uit, maar als inwoner van Matsuyama kan ik het niet laten.

春や昔十五万石の城下哉

O mijn kasteelstad
In Lente en historie
Rijst voor vijftienduizend

Ook mooi! Een volgende keer een Sōseki-gerelateerd gedicht over Matsuyama van Shiki. Lang geleden was ik ooit in Matsuyama, baadde er in de Dōgo-onsen, keek in de ‘Bottchan-suite’ van dat badhuis, wandelde over de kasteelgronden, en wilde er het Shiki-museum bezoeken (dat toen dicht bleek, maar een heel aardig iemand van de museumstaf bracht me de catalogus — die nog steeds een ereplekje in mijn boekenkast heeft). Mooie plek.

Echt mooi dat hij zo’n klassieke vorm gebruikt voor een geëngageerd gedicht! Ik ben ook een paar keer in Matsuyama geweest en vind het een geweldige stad. Met een interessante literaire geschiedenis.

Schaamte, een nul te weinig in de vertaling, ik zal waneer ik de schok te boven ben een nieuwe poging wagen.