Verzameling van gedichten van vroeger en nu (Kokin wakashū, 914):
Gedicht op een dag dat de lente in het oude jaar aanbrak
旧年に春立ちける日、よめる
Ariwara no Motokata 在原元方 (data onbekend)
.
in dit jaar nog
is de lente aangekomen
zal ik dit ene jaar
het vorige jaar noemen
of het nieuwe jaar noemen
toshi no uchi ni / haru wa kinikeri / hitotose o / kozo to ya iwamu / kotoshi to ya iwan
Een raar jaar waarin het formele begin van de lente nog net in de laatste maand van het oude jaar viel.
Latere verzameling van gedichten (Gosen wakashū, ca. 955):
Toen men op de eerste dag van de eerste maand, in het paleis van de keizerin aan de Tweede Avenue, witte bovenkleding in ontvangst nam
正月一日、二条の后の宮にて、しろきおほうちきをたまはけりて
Heer Fujiwara no Toshiyuki 藤原敏行朝臣 (?-901)
.
voor vallende sneeuw
een jas met een wit kleed
dragen we van boven
dat de lente is gekomen
heeft ons allemaal verrast
furu yuki no / mino shirogoromo / uchikitsutsu / haru kinikeri to / odorokarenuru
Het was gebruik voor hooggeplaatste personages om aan het begin van het nieuwe jaar bovenkleding van een formeel gewaad voor hofdames weg te geven. Woordspel met ‘dragen’ (uchi-kitsutsu) en ‘bovenkleding’ (uchiki).
Verzameling van bijeengesprokkelde gedichten (Shūi wakashū, ca. 1007):
Gedicht tijdens een dichtwedstrijd ten huize van Taira no Sadafun
平定文が家歌合に詠み侍ける
Mibu no Tadamine 壬生忠岑 (?-965)
.
‘de lente breekt aan’
zijn door alleen die woorden
in fraai Yoshino
de bergen gehuld in nevel
vanochtend misschien te zien
haru tatsu to / iu bakari ni ya / miyoshino no / yama mo kasumite / kesa wa miyuran
Latere verzameling van bijeengesprokkelde gedichten (Goshūi wakashū, 1086):
Gedicht op de eerste dag van de eerste maand
正月一日よみ侍りける
Koōgimi 小大君 (data onbekend, actief ca. 950-1004)
.
hoe sliep ik dan in
en werd vanochtend wakker
en benoem ik dit:
gisteren was vorig jaar
vandaag is in het nieuwe jaar
ika ni nete / okuru ashita ni / iu koto zo / kinō o kozo to / kyō o kotoshi to
Verzameling van gouden bladeren (Kin’yō wakashū, ca. 1126):
Toen men ten tijde van de Horikawa-heerschappij om honderd gedichten werd verzocht, gedicht op het thema ‘de lente breekt aan’
堀河院の御時百首歌めしけるに、立春の心をよみ侍ける
Senior staatssecretaris van het Bureau voor Reparaties [Fujiwara no] Akisue 修理大夫顯季 (1055-1123)
.
de zacht golvende
lente is echt gekomen
een bergrivier
waarlangs ijs tussen rotsen
vandaag zal smelten gaan
uchinabiki / haru wa kinikeri / yamagawa no / iwama no kōri / kyō tokuramu
Verzameling van woordbloemen (Shika wakashū, ca. 1151):
Toen men ten tijde van de Horikawa-heerschappij honderd gedichten aanbood, gedicht op het thema ‘de lente breekt aan’
堀河院御時、百首歌たてまつり侍けるに、春立つこゝろをよめる
Minister van Financiën [Ōe no] Masafusa 大蔵卿匡房 (1041-1111)
.
de ijsbedekte
Karasaki-kaap in Shiga
begint te smelten
en rimpelingen ontstaan
in de aanzwellende lentebries
kōri-ishi / shiga no karasaki / uchitokete / sazanami yosuru / harukaze zo fuku
Verzameling van gedichten voor een duizend jaren (Senzai wakashū, 1183):
Gedicht op de dag dat de lente aanbrak
春立ちける日よみ侍ける
Heer Minamoto no Toshiyori 源俊頼朝臣 (1055?-1129)
.
de lente nadert
over Ashita’s vlakte
die ik bezie
en dan de nevel die vandaag
op begint te komen
haru no kuru / ashita no hara o / miwataseba / kasumi mo kyō zo / tachihajimekeru
Nieuwe verzameling van gedichten van vroeger en nu (Shinkokin wakashū, 1216):
Gedicht op het thema ‘de lente breekt aan’
春立つ心をよみ侍ける
de Regent en Grootminister van Staat 摂政太政大臣 (Fujiwara no Yoshitsune, 1169-1206)
.
in fraai Yoshino
zijn bergen in nevel gehuld
en witte sneeuw
ligt gevallen in het dorp
waar de lente is gekomen
miyoshino wa / yama mo kasumite / shirayuki no / furinishi sato ni / haru wa kinikeri
Vanaf het begin van de tiende eeuw werden vorstelijke bloemlezingen van Japanstalige poëzie (chokusen wakashū 勅撰和歌集) samengesteld. Dat waren staatsprojecten, bedoeld om belangrijke en passende poëzie bijeen te brengen én om het idee van de staat te steunen door het blote feit dát er poëzie was. Zulke bloemlezingen, waarvan er in totaal een-en-twintig bestaan, werden altijd op dezelfde manier geordend: zij begonnen met de cyclus van de vier seizoenen. Het jaar begon met de lente, zodat de eerste maand van het jaar in de praktijk meestal grotendeels overlapt met februari en eventueel maart. Alle vorstelijke bloemlezingen openen met een gedicht dat het begin van de lente en daarmee het begin van een nieuw jaar markeert.
Bij deze van de eerste acht vorstelijke bloemlezingen telkens het eerste gedicht. In de drie eeuwen die zij beslaan zie je een verschuiving van gekunstelde verwarring naar (schijnbaar) directe natuurobservaties. Dat is in lijn met de veranderende poëziesmaak aan hof.
De afbeelding toont de openingsgedichten van de eerste acht vorstelijke bloemlezingen, in een kalligrafie van keizer Go-Nara 後奈良天皇 (1497-1557). Collectie National Museum of Japanese History.