een duister lied

            glazen vleugels

de mensen gaven voorzichtig aan elkaar de liefde door, gevangen in glazen vleugels, die de zon nu op de straathoek breekt.

hemel staat tegenover raam, en wordt met elke slag van de ventilator donkerder.

bladeren vullen hemel, ze vormen een enkele lijn boven neigende huizen.

over opbollende straten kruipt een trein, kragen van zeelui ronddraaiend tussen blauwe kreukels in de lucht.

voor de zomer uitgedoste rijen paraderen voorbij en storten in een fles ineen.

de vruchten van ons hart storten gelukkige schaduwen uit.

ガラスの翼
            .
人々が大切さうに渡していつた硝子の翼にはさんだ恋を、太陽は街かどで毀してしまふ。
空は窓に向つて立つてゐる、ヴエンチレエタアのまはるたびにいろが濃くなる。
木の葉は空にある、それは一本の棒を引いてゐる、屋根らは凭りかかつて。
ふくらんだ街路を電車は匍ひ、空中の青い皺の間を旋廻する水兵の襟。
盛装して夏の行列は通りすぎフラスコの中へ崩れる。
私らの心の果実は幸福な影を降らしてゐる。

            The mad house

de fiets draait rondjes

over het verfrissend pad door velden

alleen de binnenkant van het rubberen wiel put de aarde uit

elk moment kan hij in Bagdad aankomen

het is daar waanzinnig druk

soldaten van het Rode Leger, kunstenaars met krullen, vrouwen uit Rjazan met blauwe huid, de wentelrap in het variété

de piano maakt een blikken geluid

de mensen op een klompje aarde, niet meer dan een voetafdruk, zullen een geslepen lens zijn. één misstap en je sterft. de oneindige transmissie van de zon.

in het pathogene gebied zijn planten dorstig, wolken die boven vervallen straten hangen.

voor hem is het verleden niet meer dan een simpele rij bomen, en koud als as.

ganzenvleugels bij de ingang, omgekeerd licht

            .

ik leef. ik leef, dacht ik.

 The mad house
            .
自転車がまはる。
爽かな野道を。
護謨輪の内側のみが地球を疲らせる。
まもなく彼はバグダアドに到着する。
其處は非常ににぎはつてゐる。
赤衛軍の兵士ら、縮毛の芸術家、皮膚の青いリヤザン女、キヤバレの螺旋階 段。
ピアノはブリキのやうな音をだす。
足型だけの土塊の上にたつてゐる人々は尖つた水晶体であらう。踏みはづすと死ぬ。太陽の無限の伝播作用。
病原地では植物が渇き、荒廃した街路をかけてゐる雲。
彼にとつて過去は単なる木々の配列にすぎぬやうに、また灰のやうに冷たい。
入口の鵞鳥の羽、さかしまな影。
            .
私は生きてゐる。私は生きてゐると思つた。

            verlate samenkomst

wanneer ik fluit komen ze vanachter de hemel aanzetten. zodat ze niet zullen verdrinken in eindeloze kleuren. smaragden of robijnen of diamanten bloesemblaadjes vullen een nieuwe schittering en zwerven door velden en heuvels. tere plooien in het verslapte gras stuwen een briesje. het terras opent zich naar de zee, ontelbare vochtige gesprekken stromen over. niet nu, maar bij tijden fris.

 遅いあつまり
            .
口笛を吹くとまた空のかなたからやつて来る。限りない色彩におぼれることの無いやうに。エメラルドやルビイやダイヤモンドの花びらが新しい輝きに充ちて野山をめぐる。うなだれる草の細い襞が微風を送る。テラスは海に向つて開かれ、数へ切れぬ程の湿つた会話がこぼれる。今はなく、時には鮮やかに。

            duister lied

op het nieuwe tapijt in volle bloei

duwen twee ezeltjes een lorrie voort

stilletjes     rustigjes

op wegen waar trotse bloesemblaadjes in brand staan

zijden vleugels raken bevlekt met stuifmeel

daar waar haar tenen raken

wordt een witte regenboog getekend.

 暗い歌
            .
咲き揃つた新しいカアペツトの上を
二匹の驢馬がトロツコを押して行く
静かに ゆつくりと
奢れる花びらが燃えてゐる道で
シルクの羽は花粉に染まり
彼女の爪先がふれる處は
白い虹がゑがかれる。

            1.2.3.4.5.

onder een rij bomen heft een meisje een groene hand.

verbaasd over haar plantachtige huid, kijkt ze en trekt tenslotte haar zijden handschoen uit.

 1.2.3.4.5.
            .
並木の下で少女は緑色の手を挙げてゐる。
植物のやうな皮膚におどろいて、見るとやがて絹の手袋を脱ぐ。

            Uit Kamermuziek:

            1

            .

de snaren op aarde en in de hemel maken een prachtige muziek. de snaren waar wilgen bij de rivier elkaar ontmoeten.

            .

langs de rivier wordt muziek geboren. omdat geliefden daar ronddwalen. op zijn mantel bleke bloesems.

op zijn haar donkere bladeren.

            .

alles wordt stil gespeeld. ze buigen het hoofd naar de muziek en boven het instrument dwalen vingers.

 1
            .
地と空中の弦は美しい音楽をつくり出す。川のそばの柳の会うところの弦は。
            .
川に沿うて音楽が生まれる。恋人がそこをさまよっているので。彼のマントの上の青ざめた花。

彼の髪の上の暗い葉。
            .
総ては静かに弾いている。音楽のする方に頭を曲げて、そして楽器の上を指がさまよい。

In 1932 publiceerde Sagawa haar vertaling van de dichtbundel Chamber Music (1907) van James Joyce, in een oplage van driehonderd exemplaren. De Japanse titel was Shitsugaku 室楽 (Kamermuziek), wat in het Japans een neologisme is; het destijds al normale woord voor ‘kamermuziek’ is shitsunaigaku 室内楽. Bij deze het eerste gedicht in Sagawa’s vertaling. Het origineel van Joyce is:

            I

Strings in the earth and air

            Make music sweet;

Strings by the river where

            The willows meet.

            .

There’s music along the river

            For Love wanders there,

Pale flowers on his mantle,

            Dark leaves on his hair.

            .

All softly playing,

            With head to the music bent,

And fingers straying

            Upon an instrument.

Sagawa Chika 佐川ちか (1911-1936) verhuisde op haar zeventiende van het noordelijke eiland Hokkaido naar Tokyo, waar zij al snel onderdeel werd van de literaire avant-garde en de dichter en criticus Itō Sei (1905-1969) haar minnaar werd. Sagawa wordt wel de eerste vrouwelijke modernistische dichter van Japan genoemd. Ook als vertaler was zij baanbrekend: zij vertaalde werk van James Joyce, Edith Sitwell, Charles Reznikoff, en Mina Loy. Zij stierf op haar 24e aan maagkanker.

toen ik op mijn allermooist was

            toen ik op mijn allermooist was

            .

toen ik op mijn allermooist was

waren de steden leeg en lagen in puin

en vanaf onwaarschijnlijke plekken

kon je glimpen opvangen van iets als een blauwe hemel

            .

toen ik op mijn allermooist was

stierven zoveel mensen om mij heen

in fabrieken     op zee     op naamloze eilanden

ik kreeg de kans niet meer om er chique uit te zien

            .

toen ik op mijn allermooist was

gaf niemand ooit een lief cadeautje meer

mannen wisten alleen nog maar hoe een saluut te brengen

ze lieten me alleen hun mooie oogopslag en vertrokken allemaal

            .

toen ik op mijn allermooist was

was mijn hoofd leeg

was mijn hart dwars

schitterden alleen mijn handen en voeten kastanjebruin

            .

toen ik op mijn allermooist was

verloor mijn land de oorlog

zoiets stompzinnigs geloof je toch niet

ik rolde de mouwen van mijn bloes op en paradeerde rond door de miserabele stad

            .

toen ik op mijn allermooist was

stroomde er jazz uit de radio

voelde ik me zo lichtzinnig als toen ik een verboden sigaret opstak

en vond genot in zoete muziek uit een ander land

            .

toen ik op mijn allermooist was

was ik ontzettend ongelukkig

voelde ik me ontzettend tegenstrijdig

was ik verschrikkelijk eenzaam

            .

dus besloot ik     als het even kon lang te leven en dan

wanneer ik oud was een echt prachtig schilderij te maken

net als die ouwe Rouault uit Frankrijk

                                                begrijp je

 わたしが一番きれいだったとき
            
.
わたしが一番きれいだったとき
街々はがらがらと崩れていって
とんでもないところから
青空なんかが見えたりした
            
.
わたしが一番きれいだったとき
まわりの人達が沢山死んだ
工場で 海で 名もない島で
わたしはおしゃれのきっかけを落としてしまった
            
.
わたしが一番きれいだったとき
誰もやさしい贈り物を捧げてはくれなかった
男たちは挙手の礼しか知らなくて
きれいな眼差だけを残し皆(みな)発っていった
            
.
わたしが一番きれいだったとき
わたしの頭はからっぽで
わたしの心はかたくなで
手足ばかりが栗色に光った
            
.
わたしが一番きれいだったとき
わたしの国は戦争で負けた
そんな馬鹿なことってあるものか
ブラウスの腕をまくり卑屈な町をのし歩いた
            
.
わたしが一番きれいだったとき
ラジオからはジャズが溢れた
禁煙を破ったときのようにくらくらしながら
わたしは異国の甘い音楽をむさぼった
            
.
わたしが一番きれいだったとき
わたしはとてもふしあわせ
わたしはとてもとんちんかん
わたしはめっぽうさびしかった
            
.
だから決めた できれば長生きすることに
年とってから凄く美しい絵を描いた
フランスのルオー爺さんのように
              ね

Ibaragi Noriko 茨木のり子 (1926-2006) is een van de bekendste naoorlogse vrouwelijke dichters in Japan, en dit allicht haar bekendste gedicht. Geschreven in 1957, verwoordde het voor velen de tegenstrijdige en bittere ervaring van herwonnen vrijheid na een verloren oorlog. Hoe gevoelig men is voor de schilderijen van Georges Rouault (1872-1958) is een kwestie van smaak.

De foto toont Ibaragi Noriko op haar twintigste, in 1946. Bron: Wikipedia.

Categorieën
poëzie

eiland van de poëzie

            hé Okinawa, waar ga je heen

            .

eiland van de shamisen

eiland van de awamori

            .

eiland van de poëzie

eiland van de dans

eiland van het karate

            .

eiland waar papaja en bananen

en mandarijnen groeien

            .

eiland van de cycaspalm en de agave en de wurgvijg

eiland waar de dieprode bloemen van de hibiscus en de koraalboom

als vlammen oplaaien

            .

nu ik     verleid door heimwee

zo ontdaan raak

zal ik met elke regel

in dit gedicht dit eiland uitspellen dat mij gebaard heeft

            .

nu is van Ryukyu net als haar naam

haar vroegere gestalte er niet tot één terug te brengen

over het eiland zijn zo’n beetje als eilanden

verharde wegen gekropen

en lopend over die verharde wegen zeg je

hé, Ryukyu

hé, Okinawa

waar ga je dit keer heen

            .

trouwens was Ryukyu vroeger

bezit van Japan

bezit van China

overduidelijk was dat men elkaar daarin niet begreep

in een bepaald jaar

werden naar Taiwan afgedreven Ryukyuërs

door Aboriginals daar afgeslacht

Japan heeft China toen

de misdaad van de Aboriginals aangewreven

China werkte daaraan niet mee

en zei dat het bestuur van de Aboriginals geen zaak van China was

Japan heeft toen gezegd nou in dat geval

en een strafexpeditie tegen de Aboriginals ondernomen

de partij die toen in de war raakte was China

de Aboriginals vallen onder de jurisdictie van China, zei het

dus toen heeft Japan zonder een duimbreed toe te geven

gesteld dat het in dat geval weer

iets als reparatie van militaire onkosten of smartengeld voor de nabestaanden van de slachtoffers

van China moest ontfutselen

en daardoor

werd Ryukyu als bezit van Japan

door China als zodanig erkend

en toen werd opeens

als gevolg van de afschaffing van lenen en instelling van prefecturen

Ryukyu uiteindelijk herboren

en de prefectuur Okinawa genoemd

als onderdeel van de zesenveertig prefecturen

en ging het rechtuit voort op de weg van het Japan

overigens was een eigenschap waarmee de prefectuur Okinawa geboren werd

de taal van Okinawa waarin, want onhandig, die weg niet bewandeld werd

dus leerde men Japans

of probeerde bij elke gelegenheid

in het Japans te leven

en zo bewandelde de prefectuur Okinawa de weg van het Japan

trouwens sinds de afschaffing van lenen en instelling van prefecturen

heeft het zeventig en nog wat jaar gewandeld

waardoor zelfs iemand als ik

elk hoekje en gaatje van zijn leven in het Japans beleeft

zelfs wanneer ik een maaltijd eet en zelfs wanneer ik gedichten schrijf of huil of lach of kwaad word

alles in een mensenleven leef ik in het Japans

die zinloze oorlog

dat had het land Japan gedaan

            .

hoe dan ook

eiland van de shamisen

eiland van de awamori

hé Okinawa

ik hoor dat jouw wonden vreselijk diep zijn

maar je komt er weer bovenop en je komt weer terug

zonder de shamisen te vergeten

zonder de awamori te vergeten

zal je in het Japans

naar het Japan terugkomen

 沖縄よどこへ行く
            
.
蛇皮線の島
泡盛の島
            
.
詩の島
踊りの島
唐手の島
            
.
パパイヤにバナナに
九年母などの生る島
           
 .
蘇鉄や龍舌蘭や榕樹の島
仏桑花や梯梧の真紅の花々の
焔のように燃えさかる島
            
.
いま こうして郷愁に誘われるまま
途方に暮れては
また一行づつ
この詩を綴るこのぼくを生んだ島
            
.
いまでは琉球とはその名ばかりのように
むかしの姿はひとつとしてとめるところもなく
島には島とおなじくらいの
舗装道路が這っているという
その舗装道路を歩いて
琉球よ
沖縄よ
こんどはどこへ行くというのだ
            
.
おもえばむかし琉球は
日本のものだか
支那のものだか
明っきりしたことはたがいにわかっていなかったという
ところがある年のこと
台湾に漂流した琉球人たちが
生蕃のために殺害されてしまったのだ
そこで日本は支那に対して
まずその生蕃の罪を責め立ててみたのだが
支那はそっぽを向いてしまって
生蕃のことは支那の管するところではないと言ったのだ
そこで日本はそれならばというわけで
生蕃を征伐してしまったのだが
あわて出したのは支那なのだ
支那はまるで居なおって
生蕃は支那の所轄なんだと
こんどは日本に向ってそう言ったと言うのだ
すると日本はすかさず
更にそれならばと出て
軍費償金というものや被害者遺族の撫恤金とかいうものなどを
支那からせしめてしまったのだ
こんなことからして
琉球は日本のものであるということを
支那が認めることになったとかいうのだ
それからまもなく
廃藩置県のもとに
ついに琉球は生れかわり
その名を沖縄県と呼ばれながら
三府四十三県の一員として
日本の道をまっすぐに踏み出したのだ
ところで日本の道をまっすぐに行くのには
沖縄県の持って生れたところの
沖縄語によっては不便で歩けなかった
したがって日本語を勉強したり
あるいは機会あるごとに
日本語を生活してみるというふうにして
沖縄県は日本の道を歩いて来たのだ
おもえば廃藩置県この方
七十余年を歩いて来たので
おかげでぼくみたいなものまでも
生活の隅々まで日本語になり
めしを食うにも詩を書くにも泣いたり笑ったり怒ったりするにも
人生のすべてを日本語で生きて来たのだが
戦争なんてつまらぬことなど
日本の国はしたものだ
            
.
それにしても
蛇皮線の島
泡盛の島
沖縄よ
傷はひどく深いときいているのだが
元気になって帰って来ることだ
蛇皮線を忘れずに
泡盛を忘れずに
日本語の
日本に帰って来ることなのだ

Het Japans kent geen verschil tussen enkelvoud en meervoud. Het Japanse shima kan dus net zo goed ‘eilanden’ als ‘eiland’ betekenen. Hoewel de prefectuur Okinawa een archipel is (van zo’n vijfenvijftig eilanden, met vandaag de dag bijna anderhalf miljoen inwoners) en Yamanokuchi daarbinnen ook heeft rondgelopen op Ishigaki (dat in zijn jeugd Yaeyama 八重山 genoemd werd: analoog aan ‘Okinawa’ als zowel de naam van een groep eilanden als van het hoofdeiland van die groep), lijkt me dat we ‘eiland(en)’ in de eerste plaats toch moeten lezen als een verwijzing naar het hoofdeiland Okinawa (oude naam: Ryūkyū), waar hij in feite zijn hele jeugd doorbracht.

Awamori is een op Okinawa gebrouwen sterke drank. In het zgn. Mudan-incident van 1871 leed een gezantschap van Ryukyu aan China schipbreuk op de Taiwanese kust; 54 van de 66 overlevenden werden gedood door leden van het inheemse Paiwan-volk. Een en ander leidde tot een Japanse strafexpeditie naar Taiwan in 1874 en Japans bezetting van Okinawa en daarmee het formele einde van de onafhankelijkheid van het koninkrijk Ryukyu in 1879. In hetzelfde jaar 1871 werden de oude feodale lenen (han) opgeheven en gingen op in het prefecturale stelsel van de nieuwe Japanse natiestaat; in 1879 werd Ryukyu in dit systeem geïncorporeerd als prefectuur Okinawa.

Dit gedicht schreef Yamanokuchi in september 1951, naar aanleiding van de afronding van de vredesvoorwaarden tussen Japan en de VS, dat Japan tot 1952 bezet hield. Na Japans overgave in 1945 werd de Okinawa-archipel tot 1972 door de VS bezet gehouden en dus pas na zijn dood weer Japans grondgebied.

            Okinawaans landschap

            .

in die tuin daar altijd

tauchiivechthanen die dorsten naar bloed

de tauchii zitten elk

in hun eigen miibārā

maar allemaal staan ze er parmantig te wezen

schijnbaar vol van zelfvertrouwen

wachten ze op de dag van het hanengevecht

de tanmēoude man van de Akamines zet elke ochtend

zijn rookwaarschaal neer

gaat zitten op de veranda

en vraagt de tauchii in de tuin naar hun humeur

vanochtend zat de tanmē op de veranda

maar misschien zat zijn pijp verstopt

hij klopte die leeg en bij dat geluid

strekten de tauchii allemaal tegelijk

plotseling hun nekken

            .

            (Een miibārā is een kippenren)

 沖縄風景
            
.
そこの庭ではいつでも
タウチーたちが血に飢えているのだ
タウチー達はそれぞれの
ミーバーラーのなかにいるのだが
どれもが肩を怒らしている
いかにも自信をありげに
闘鶏のその日を待ちあぐんでいるのだ
赤嶺家タンメーは朝のたんびに
煙草盆をぶらさげては
縁先に出て坐り
庭のタウチー達の機嫌をうかがった
この朝もタンメーは縁先にいたのだが
煙管がつまってしまったのか
ぽんとたたいたその音で
タウチー達が一斉に
ひょいと首を伸ばしたのだ
            
.
            (ミーバーラーは養鶏用の籠)

            nieuwjaar en het eiland

de woorden die we gebruiken

die zijn Japans

het geld dat we gebruiken

dat zijn dollars

het lijkt Japans

en wat er niet op lijkt

lijkt Amerikaans

en wat er niet op lijkt

is een eiland waarop je geen grip krijgt

typisch trouwens

dat een subtropisch eiland

met dit klimaat waarin je niet weet wat sneeuw is

het Okinawa van vroeger

op de nieuwjaarsparty

met de service van een ventilator kwam

 正月と島
            
.
つかっている言葉
それは日本語で
つかっている金
それはドルなのだ
日本みたいで
そうでもないみたいな
あめりかみたいで
そうでもないみたいな
つかみどころのない島なのだ
ところでさすがは
亜熱帯の島
雪を知らないこの風土は
むかしながらの沖縄で
元旦のパーティーに
扇風機のサービスと来た

Ik beken dat ik de laatste regel van dit gedicht niet goed begrijp. Dat wil zeggen, ik vermoed dat ik de strekking ervan wel zo’n beetje snap, maar grammaticaal kom ik er niet helemaal uit. De constructie lijkt me te zijn: ‘fūdo wa […] senpūki no sābisu to kita’, ‘dit klimaat […] kwam met [als?] de service van een ventilator’. Nu is het leenwoord ‘service’ (Jp. sābisu) een van die woorden die in het Japans verschillende dingen betekenen kan, maar uiteindelijk altijd slaat op een of andere vorm van dienstverlening (inclusief iets gratis weggeven). 

            de baku

nachtmerries worden door de baku opgevreten

zeiden ze vroeger

maar als een dier dat leeft van dromen

is de baku wereldwijd bekend

op een tentoonstelling over dieren heb ik

de baku voor het eerst gezien

hij had een piepklein staartje in de vorm van de letter ‘no’ ()

zijn neus was net de verkorte slurf van een olifant

en hij had een tufje manen

al leek hij een beetje op een paard

het was vooral een afbeelding van de kruising tussen een varken en een nijlpaard

met rondige ogen en een mompelende mond

zou die echt dromen vreten

als je in zijn voederbak kijkt

eet hij geen dromen maar tastbaar

fruit en wortels

toch had ik die nacht een droom

waarin een hongerige forse baku aan kwam schommelen

en simpelweg omdat de wereld nachtmerries kent

slurpte hij atoombommen op

slurpte hij waterstofbommen op en net toen

werd plots de wereld helder

 貘
            
.
悪夢はバクに食わせろと
むかしも云われているが
夢を食って生きている動物として
バクの名は世界に有名なのだ
ぼくは動物博覧会で
はじめてバクを見たのだが
ノの字みたいなちっちゃなしっぽがあって
鼻はまるで象の鼻を短かくしたみたいだ
ほんのちょっぴりタテガミがあるので
馬にも少しは似ているけれど
豚と河馬とのあいのこみたいな図体だ
まるっこい眼をして口をもぐもぐするので
さては夢でも食っていたのだろうかと
餌箱をのぞけばなんとそれが
夢ではなくてほんものの
果物やにんじんなんか食っているのだ
ところがその夜ぼくは夢を見た
飢えた大きなバクがのっそりあらわれて
この世に悪夢があったとばかりに
原子爆弾をぺろっと食ってしまい
水素爆弾をぺろっと食ったかとおもうと
ぱっと地球が明かるくなったのだ

De baku 獏 (Ch. mo) is een mythisch dier uit Oost-Azië dat nachtmerries zou opeten. Rond zijn tweeëntwintigste nam Yamanokuchi zijn dichtersnaam ‘Baku’ aan, dat met hetzelfde karakter wordt geschreven. ‘Letter’ is de vertaling van ji 字 (‘schriftteken’) en slaat in dit geval op het schriftteken voor de lettergreep ‘no’ in het katakana, een van de twee lettergreepschriften die Japan in de negende eeuw zelf ontwikkelde. Dit is een typisch voorbeeld van onvertaalbaarheid, omdat Yamanokuchi hier speelt met het grafische aspect van schrift — en hij is zeker niet de enige Japanse dichter of auteur die dat doet. Daarom (en dat voelt toch een beetje als een nederlaag) geef ik dat schriftteken zelf ook weer in mijn vertaling; en omdat we dan toch aan het afglijden zijn, mag ik van mezelf ook ‘letter’ zeggen (het Latijnse littera kan tenslotte ook op ‘schrift’ slaan).

            Een muis

het leven in leven en dood opgegeven

rijst één enkele muis als een reliëf

op midden in het verkeer

voor je het wist was de muis plat

allerlei soorten

wielen

kwamen aangereden

en als een strijkijzer streken ze de muis volkomen glad

steeds platter werd de muis

en naarmate hij platter werd

verdween de muis

als die ene muis

en was hij muis noch die ene muis meer

in de schaduw van de dood zelfs helemaal verdwenen

en als je op een dag     het verkeer in stapt

heeft een plakje van iets plats

zich geslagen door de zon omgekeerd

 ねずみ
            
.
生死の生をほっぽり出して
ねずみが一匹浮彫みたいに
往来のまんなかにもりあがっていた
まもなくねずみはひらたくなった
いろんな
車輪が
すべって来ては
あいろんみたいにねずみをのした
ねずみはだんだんひらたくなった
ひらたくなるにしたがって
ねずみは
ねずみ一匹
ねずみでもなければ一匹でもなくなって
その死の影すら消え果てた
ある日 往来に出て見ると
ひらたい物が一枚
陽にたたかれて返っていた

Gepubliceerd in het poëzietijdschrift Bergrivier (Yamagawa 山河) in juli 1943, dus praktisch op het hoogtepunt (of juist dieptepunt) van de Vijftienjarige Oorlog. Yamanokuchi was erg tevreden dat de censor dacht dat dit gedicht over een muis ging.

Yamanokuchi Baku 山之口獏 (pseudoniem van Yamaguchi Jūsaburō 山口重三郎, 1903-1963) werd geboren in Naha, de hoofdstad van de prefectuur Okinawa, op het gelijknamige hoofdeiland. Hij had een moeilijke relatie met zijn vader, die in Naha op een bank werkte en in 1920 lokale bankdirecteur op het eiland Ishigaki werd (en daar ook een productiebedrijfje in gedroogde tonijn [katsuobushi] begon dat na een jaar alweer failliet ging). Tussen heftige tienerliefdes door publiceerde Yamanokuchi in Okinawaanse kranten af en toe een gedicht. In 1922 reisde hij voor het eerst af naar Tokyo, om een jaar en een mislukt avontuur op de kunstacademie later (zijn vader stuurde hem niet de beloofde toelage en hij maakte ruzie met zijn docenten), na de grote Kantō-aardbeving terug te keren naar Okinawa. In 1925 vertrok hij opnieuw, en nu voorgoed, naar Tokyo. Daar leidde hij een bestaan als dakloze, maar wist tegelijkertijd een netwerk in literaire avant-garde kringen op te bouwen. Hij raakte bevriend met onder meer de schrijver-criticus en dichter Satō Haruo (1892-1964), die een verhaal over hem schreef, de schilder en dichter Kaneko Mitsuharu (1895-1975) en de dichter Kusano Shinpei (1903-1988).

Terwijl Yamanokuchi dus een dichter was die in Tokyo tot bloei kwam en daar praktisch zijn hele leven actief was, is hij nooit helemaal ontsnapt aan het imago een dichter uit Okinawa te zijn. Dat beeld is deels te simpel, maar deels ook aan hemzelf te danken. Nogal wat van zijn gedichten zijn geënt op zijn jeugdervaringen. Ook een gedicht dat Amerikaanse kernproeven in de Pacific bekritiseert (hier niet vertaald) is moeilijk los te zien van zijn wortels in diezelfde Pacific.

Deze gedichten komen uit de bundel Tonijn met sardien (Shibi ni iwashi 鮪に鰯, 1964) die een jaar na Yamanokuchi’s dood uitkwam.

Het lijkt in dit tijdsgewricht verschrikkelijk ver weg, maar op vakantie met gezin in 2018 kwam ik een recente bloemlezing met Yamanokuchi’s poëzie tegen in een boekhandeltje op het eiland Ishigaki, waar hij in zijn jeugd enige tijd bij zijn vader doorbracht.

De foto toont hibiscussen op het eiland Ishigaki. Foto: Nicole Roepers, 2018.

Categorieën
poëzie

de kamer wanhoopt nog niet

            terroristen

.

het is een stille kamer.

zonder deur, maar met een raam.

daar komt iedereen door naar binnen.

daar gaat iedereen door naar buiten.

het is een groot raam.

het is een stil raam.

daarbuiten één grote zee van gras.

            .

als de nacht valt

sluipt het slapeloze paar naar binnen

hun vochtige handen grijpen het raamkozijn

(het paar is poedelnaakt)

(insluipers zijn welkom)

(bezitters zijn ongewenst)

Adam en Eva zijn het niet

het paar gaat niet vaak in bad

en ruikt een beetje vettig

ze hebben misschien geen geld

maar de kamer kan het niet schelen

(insluipers zijn schoon)

(omdat ze naakt zijn, hè)

er is niks in de kamer, dus ze kan gerust zijn

als ze door het raam kijkt waardoor ze naar binnen kwamen

zal ze zich zeker fraai opgewonden voelen

            .

vanuit de kamer heb je een goed uitzicht

op een stad in de verte waar ze niet woonde

op de nachtelijke hemel waarin de sterren krioelen

op de droevige, rollende wolvenogen van het paar

op een uitgestrekte zee van gras

            .

de kamer verlangde

naar een poedelnaakt paar

naar ergens heen te gaan

de kamer voelde

(drie muren, dat is te veel)

(één raam, dat is te weinig)

ze was te beschermd geweest

(met elke spijker was dat haar net iets te diep ingeramd)

            .

die zweetgeur, het poedelnaakte paar

gaat zo gemakkelijk naar buiten

één been over het raamkozijn

zo simpel stort je je in de wind

            .

de kamer wanhoopt nog niet

ze vermoedt dat ze naar buiten kan

er is tenslotte een prima raam

            .

het is een groot raam.

het is een stil raam.

.

 テロリストたち
            
.
静かな部屋です。
扉がなくて、窓があります。
みんなそこから入ってきます。
みんなそこから出ていきます。
大きな窓です。
静かな窓です。
向こうはいちめん、草の海です。
            
.
夜になると
眠れないふたりが忍びこみます
湿った手を窓のさんに掛けて
(ふたりは、はだかんぼです) 
(侵入者は、歓迎です)
(所有者は、お断り)
アダムやイブではありません
あまりお風呂に入らないふたりは
すこし脂っぽいにおいがします
お金がないのかもしれません
でも部屋は構いません
(侵入者は、清潔です)
(はだかんぼですからね)
部屋にも何もないので安心です
入ってきた窓から向こうを見れば
きっときれいな興奮をするでしょう
            
.
部屋からはよく見えます
遠くに、住むことのなかった街
夜空に、ひどく混雑する星々
ふたりのかなしい狼のぐるぐるまなこ
いちめんの草の海
            
.
部屋は憧れているのでした
はだかんぼのふたりにです
どこかを出ていくことにです
部屋は感じていました
(壁が三方、これは多すぎます)
(窓が一つ、これは少なすぎます)
護られすぎているのでした
(まったく釘もすこし刺さりすぎているのです)
            
.
あの汗臭い、はだかんぼのふたりは
あんなにやすやすと出ていきます
ひとあしに窓のさんを跨いで 
あんなに簡単に風に身を投げて
            
.
部屋はまだ絶望していません
出ていくことができるはずです
いい窓がありますから
            
.
大きな窓です。
静かな窓です。

Ōsaki Sayaka 大崎清夏 (1982) geldt als een van de belangrijkere jonge(re) dichters in Japan op dit moment. In 2014 won zij de belangrijke Nakahara Chūya-prijs voor poëzie met haar tweede bundel. Dit gedicht komt uit haar derde bundel, Een nieuwe woning (Atarashii sumika 新しい住みか, 2018).

In 2019 trad zij op op Poetry International. Klik hier om haar dit gedicht te horen en zien voordragen. Ik vind van de gedichten die zij toen voordroeg dit verreweg het sterkste, vanwege een zekere raadselachtigheid (en toch die suggestie van interne logica) en het idee dat een ruimte (de kamer) zelf observeert en ervaart.

Klik hier voor meer van mijn vertalingen van Ōsaki’s werk.

De tekening is Van Nagasaki Kuniko 長崎訓子, in haar There’s many dog shit in your house (2006).

de wereld in één moment ontmanteld

            schitterende splinters

schitterende splinters en

grijswitte gloeiende as

als in een uitgestrekt     panorama

het vreemde ritme van     rood verbrand vervormde lijken

alles wat was?   alles wat had kunnen zijn?

de wereld     in één moment ontmanteld

naast een omvergeblazen tram

de raar opgezwollen     romp van een paard 

en de stank van knetterend smeulende elektriciteitsdraden

  ギラギラノ破片ヤ
ギラギラノ破片ヤ
灰白色ノ燃エガラガ
ヒロビロトシタ パノラマノヨウニ
アカクヤケタダレタ ニンゲンノ死体ノキミョウナリズム
スベテアッタコトカ アリエタコトナノカ
パット剥ギトッテシマッタ アトノセカイ
テンプクシタ電車ノワキノ
馬ノ胴ナンカノ フクラミカタハ
プスプストケムル電線ノニオイ

Dit gedicht gaf Hara Tamiki 原民喜 (1905-1951), zonder titel, een plaats in zijn korte verhaal ‘Zomerbloem’ (‘Natsu no hana’ 夏の花, 1947), waarin hij zijn herinneringen probeert te beschrijven aan de atoombom op zijn geboortestad Hiroshima op 6 augustus 1945. Ironisch genoeg woonde hij in 1945 weer in Hiroshima, omdat de brandbombardementen op Tokyo het leven daar te gevaarlijk maakten. Vier jaar na dit gedicht pleegde hij zelfmoord.

Hara gebruikt bewust katakana, het lettergrepenschrift dat zowel een simpeler, basaler alsook een hoekiger en vervreemdender tekstbeeld oplevert. Hara doet dat ook met alle gedichten die hij bundelde in zijn reeks van acht gedichten, ‘Atoombomlandschapje’ (Genbaku shōkei 原爆小景, 1950), waarin ook dit gedicht weer werd opgenomen, net als ‘dit is een mens’. Ik heb dat effect proberen te reproduceren door woorden die niet in karakters staan te cursiveren.

Achteraf gezien had Hara twee levens. Het eerste, dat tot 6 augustus 1945 duurde, was er een van avant-garde dichter- en schrijverschap en de liefde voor zijn in 1944 gestorven vrouw. Zijn tweede leven begon op diezelfde datum, en in Japan wordt hij vooral herinnerd als een auteur die het onzegbare in woorden heeft proberen te vangen: een onbeholpen vertolker van de totale vernietiging. Binnen dat confronterende en soms ongemakkelijke genre ‘atoombomliteratuur’ (genbaku bungaku 原爆文学; lang geleden schreef ik al iets daarover) neemt Hara een prominente plaats in.

            dit is een mens

dit is een mens

bezie zijn metamorfose door de atoombom

het vlees angstwekkend opgezwollen

man en vrouw allen tot éénzelfde gestalte teruggebracht

ah!     hun diepzwart geblakerde, hun absurd

verbrandgezichten waaruit door opgezwollen lippen stemmen lekken

‘help me toch’

die iele, stille woorden

die zijn     dit is, een mens

dit is het gezicht van een mens

            コレガ人間ナノデス
コレガ人間ナノデス
原子爆弾ニ依ル変化ヲゴラン下サイ
肉体ガ恐ロシク膨脹シ
男モ女モスベテ一ツノ型ニカヘル
オオ ソノ真黒焦ゲノ滅茶苦茶ノ
爛レタ顔ノムクンダ唇カラ洩レテ来ル声ハ
「助ケテ下サイ」
ト カ細イ 静カナ言葉
コレガ コレガ人間ナノデス
人間ノ顔ナノデス

            Gullivers lied

            .

voor een wanhopig vluchtende Gulliver

raakt een reusachtige wolk dieprood verbrand

vanuit een scheur in die wolk

komen lijken stuiteren

donderend en beklagenswaardig zwijgt het heelal

            .

hoe dan ook, de hem achtervolgende

Yahoos met hun harde lach en dreigende klauwen

hoe kun je een dergelijke schande verdragen

en voortleven     zo word je toegeschreeuwd

maar die stem wordt het gehinnik van een paard en valt flauw

            ガリヴァの歌
            .
必死で逃げてゆくガリヴァにとつて
巨大な雲は真紅に灼けただれ
その雲の裂け目より
屍体はパラパラと転がり墜つ
轟然と憫然と宇宙は沈黙す

            .
されど後より後より追まくつてくる
ヤーフどもの哄笑と脅迫の爪
いかなればかくも生の恥辱に耐へて
生きながらへん と叫ばんとすれど
その声は馬のいななきとなりて悶絶す

In Gulliver’s Travels (1726) beschrijft Jonathan Swift een land dat bestuurd wordt door edele, verstandige paardachtigen, de Houyhnhnms; er leven daar ook nare, enge mensachtigen, de Yahoos. 

            Landschap

in het water brandt vuur

in de druppels van de avondmist brandt vuur

in de dode bomen brandt vuur

wandelende sterren: eentje maar

  風景
水のなかに火が燃え
ゆうもやのしめりのなかに火が燃え
枯木のなかに火が燃え
歩いてゆく星が一つ

            Inscriptie

gegraveerd in steen uit voorbije tijden

                        op zand valt schaduw

en stort neer     middenin hemel en aarde

het visioen van één enkele bloem

  碑銘
遠き日の石に刻み
    砂に影おち
崩れ墜つ 天地のまなか
一輪の花の幻

scène uit een huwelijk

Hoe de perzik bedorven raakt en Itō haar dierlijke energie terugvindt

[…]

            Omdat niemand haar eruit wilde halen, bleef de perzik als een zichtbare herinnering aan onze woordenstrijd vastzitten in het vlees van mijn man. 

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, ben ik dan een beest dat je moet uitroeien of ben ik dan een man die je gesteund heeft en verzorgde en die je moet liefhebben?

            zei mijn man in een mail (bellen deden we niet meer, dat was niet productief).

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en dan geloof je me niet, werd me door mijn man in een mail gezegd. Als ik er eens eerlijk over nadacht, was dat waar. Ik had hem niet geloofd, deze tien jaar, niks.

            Dat is waar, antwoordde ik. Net zoals je zegt, ik geloof het niet, jou niet, en als je het zo stelt dan heb ik het in zekere zin de hele tijd niet geloofd, jou niet. Ik schreef een oprecht antwoord, maar op het moment dat mijn man mijn mail opende, kon ik over de server horen hoe hij kreunde en de rotte perzik dieper vast kwam te zitten.

            Het gezinsgeluk brak in duizend stukken.

            De vrouw is agressief, onoprecht, schaamteloos, gevoelloos, gelooft haar man niet, houdt zelfs niet van hem, is zelfs geen mens.

            De man beukte op het toetsenbord. Hij beukte. Hij beukte. Hij beukte, de man, en hij werkte een lijst scheldwoorden af.

            Op zulke momenten worden de zinnen van mijn man net zo verfijnd als die van Jane Austen en geeft hij alle ruimte aan die sarcastische toon waarop Engelsen het patent hebben en die natuurlijk vaak in zijn alledaagse conversatie doorklinkt waardoor mensen een enorme hekel aan hem krijgen, Engelse humor begrijpen Amerikanen nu eenmaal niet, zuchtte hij en wendde zich af, maar eerlijk gezegd, als je het over begrijpen hebt, dan begrijpen ook Japanners er helemaal niks van. En dat kreeg ik over me heen in een gigantische woordenbrij, ik die in de Engelstalige wereld leef als analfabeet. Het kostte me uren om zijn mails te doorgronden.

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en ik zeg het je nog eens: ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, uit eigen vrije wil heb ik emotionele stress en loneliness voor je doorstaan en dan nog blijft in mijn dij die perzik vastzitten, blijft die pijn doen.

            schreef mijn man.

            Ik begrijp je.

            schreef ik. Maar je bent zo aggressive, zo negative, en het is toch onmogelijk, dat jij honderd procent gelijk hebt en ik honderd procent ongelijk, is het niet net als in het Japanse spreekwoord, een in het nauw gedreven muis bijt wel eens een kat, en daarbij hoor je het in een ruzie tussen man en vrouw niet te hebben over wat het allemaal gekost heeft.

            Lees goed, lees toch eens goed, ik heb het helemaal niet over geld gehad.

            schreef mijn man.

            Op zulke momenten begint zijn perzikwond zo’n pijn te doen alsof ze net was toegebracht.

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en ik zeg het je nog eens: ik heb je altijd gesteund, ik heb je altijd, zo beukte mijn man, gegrepen door blinde woede, op het toetsenbord en verzond het bericht het aan mij.

            Compromis, zeg je, maar een voorwaarde voor een compromis is dat twee mensen allebei van iets afzien, waar zie jij dan vanaf? ben je zelfs wel van plan van iets af te zien?

            Jij noemt mij aggressivenegative? Ik ben een man die in zijn werk iets tot stand heeft gebracht dat niemand anders is gelukt, noem jij dat negative? kán je zoiets zeggen?

            Jij voelt je minderwaardig wanneer je ons huis verlaat,

            jij voelt je minderwaardig wanneer je werkt,

            jij voelt je minderwaardig wanneer je mij laat zitten,

            jij voelt je bij alles minderwaardig IK HEB HET ERMEE GEHAD DAT JIJ JE MINDERWAARDIG VOELT,

            dat laatste dus helemaal met hoofdletters, zodat hij het uitschreeuwde.

投げつけた桃は腐り、伊藤は獣心を取り戻す事

     […]
 だれもあえて取りのけようとはしていないものですから、桃は、こも応酬の目に見える記念品として夫の肉の中にめり込んだままになっておりました。
 おれはおまえをサポートしてきた、おれはおまえの子どもたちをサポートしてきた、おれはおまえの仕事をサポートしてきた、おれはおまえが親の世話をするのをサポートしてきた、おれはおまえにとって退治するべき怪物なのか、それともおまえををサポートしケアする愛すべき男なのか。
 と夫がメールでいいました(もはや電話でしゃべるのはあまりに不毛でやめました)。
 おれはおまえをサポートしてきた、おれはおまえの子どもたちをサポートしてきた、おれはおまえの仕事をサポートしてきた、おれはおまえが親の世話をするのをサポートしてきた、それなのにおまえはおれを信じていないじゃないか、と夫にメールでいわれまして。ふとすなおに思い返してみたら、ほんとだった。信じてなかったんです、この十年、なにも。
 ほんとだ、とわたしは返信しました。あなたのいうとおり、わたしは信じてない、あなたを、そういえばある意味では、ずっと信じてこなかった、あなたを。わたしは正直にそう返信しましたが、それを夫がひらいたとたん、夫がうめき、腐った桃がさらにめりめりとめり込むのがサーバー越しに聞こえました。
 家庭の幸福は微塵に砕けた。
 妻は獰猛で不実で破廉恥で感情も無く、夫を信じてもいない、愛してすらいない、人間ですらない。
 夫はキイボードをたたきのめしました。たたきのめしました。たたきのめしました。たたきのめしまして、夫は、ののしりの言葉をかきつらねました。
     […]

Itō Hiromi 伊藤比呂美 (1955) is als sinds haar debuut in 1978 een van de oorspronkelijkste stemmen in de hedendaagse Japanse poëzie. De ervaringen van vrouwen zijn zeker een belangrijk thema in haar gedichten (ze is wel een feministisch dichter genoemd), maar minstens zozeer draait haar poëzie om taal: de bedwelmende werking ervan (haar voordrachten van eigen werk zijn zonder meer magisch), of de ontoereikendheid van het opereren in een tweede taal. Itō is altijd gefascineerd geweest door de functie van de sjamaan, en in haar poëzie omarmde zij die rol regelmatig. De laatste decennia schrijft Itō steeds meer proza. In 1997 verhuisde ze naar Californië om daar te gaan wonen met haar nieuwe echtgenoot, de Britse kunstenaar Harold Cohen (1928-2016). Sindsdien verblijft zij afwisselend in de VS en Kumamoto, Japan. In 2010 trad Itō op op Poetry International.

Dit is een fragment uit een veel langer autobiografisch stuk, dat ik toch geneigd ben een prozagedicht te noemen, uit Itō’s bundel Togenuki: Shin Sugamo Jizō engi とげ抜き:新巣鴨地蔵縁起 (Splinters uittrekken, 2007). De perzik is onderdeel van Itō’s gebruik in deze tekst van Kafkas Die Verwandlung.

[augustus 2022] Inmiddels heeft Jeffrey Angles Itō’s boek, dat je inderdaad ook als een ‘roman’ kan zien, vertaald (en daarmee twee prijzen gewonnen); aan het eind van dit jaar komt zijn vertaling uit bij Stone Bridge Press.

(Ik geef hier alleen het eerste deel van de vertaalde passage in het origineel. Ik experimenteer nog met hoe ver ik wil gaan in het verstrekken van de oorspronkelijke teksten wanneer die erg lang zijn.)

labyrint

            Draadvrouw 

Talmend bij de kleine ingang       van het labyrint, of van de wereld

kijkt de vrouw op haar handen neer

naar de vertakte paden die in de schemer van haar handen wegwaaieren 

            .

Toen haar ogen naar haar vingertoppen afdwaalden

deed de vrouw een ontdekking

Vingerafdrukken!     een analogie met het labyrint

            .

Ze plukt de spelden uit de plooien waarin de schaduw is gevouwen

en met het ontrafelen van haar vingerafdrukken

wordt de vrouw een levende spoel 

            .

— Neemt deze draad, o vreemdeling

            Wanneer u uit uzelf zult treden

            zal zij u een getrouwe gids blijken 

            .

— Gaat u voort langs de kromming in de horens van de stier

            Buigt de trotse blik     naar binnen naar binnen

            met de stappen van de maskerdans

            .

— Die stappen zijn in cadans met de goddelijke wil

            Op het eiland is de stier goddelijk gekleurd

            en langs zijn dikke horens buigt de tijd

            .

De bloedbevlekte draad wordt helemaal gevierd

Al haar vingerafdrukken verdwijnen

zodat de vrouw een waarachtig alibi verkrijgt

            .

De horizon wordt opgebroken

en opgerold tot het middelpunt van een slakkenhuis

en spat weer op, keert om, keert donker

            .

Het gebulder van de wentelzee

bereikt het einde van het parelmoer gekleurde binnenoor

weer een labyrint van de vrouw dat doorzichtig begint te worden 

            .

In het sacrum, waar de tijd het meest overschaduwd is, ziet de man

hoe de omgeslagen boot een altaar wordt en opgesierd

(Degene die hiervoor geslacht werd is zeker niet de stierman)

            .

— De boot herkent u wel

            De boot die u naar dit eiland bracht 

            dan wel de doodskist van mijn ziel

            .

De pijn stopt     het bloeden stopt

de vrouw ziet     hoe voor het grandioze ochtendgloren

de wereld, de dans beëindigd, haar masker optilt

            .

 系の女
           
.
迷宮あるいは世界の 小さな入口にたたずんで
女は眼を伏せて掌を見る
手の中で暮れてゆく先細りの岐れ道を…‥
            
.
指さきへ眼をさまよわせたとき
女は遂に発見する
指紋! 迷宮と相似なるものの
            
.
影を畳んだ襞から留め針をぬきとり
指紋を端からほどきながら
女は活きた糸巻となる
            
.
——この糸をお持ちなさい異国のお方よ
 これがあなた自身から脱け出すときの
 たしかなしるべとなりましょう
            
.
——牡牛の角の湾曲にそって進みなさい
 誇らかな視線をたわめ 内へ内へと
 仮面をつけた舞踏の足どりで
            
.
——そのあゆみは真意に適うでしょう
 島では牡牛は神の色をしていて
 太い角の曲る方へと時間が曲っているのです
           
.
血みどろの糸は残らずほどかれ繰り出された
すべての指紋を失い尽くして
女は純粋なとなる
           
 .
水平線はめくれあがって
巻貝の中心に巻きこまれ
またしぶきあげて反転し暗転し…‥
           
 .
螺旋の海のとどろきが
透きとおりはじめた女のもうひとつの迷路
真珠母いろの内耳の奥へとつたわってくる
            
.
そして時間のもっとも翳深い内陣で男は見る
転覆した舟が 祭壇となってしょうごんされているのを
(その前で屠られるものはたしかにあの牛人ではなかった)
            
.
——舟には見おぼえがおありでしょう
 この島にあなたを運んできた舟
 あるいはわたしの魂の柩
           
 .
痛みがとまり 出血がとまり
女は見る 大いなる朝焼を前にして
舞踏の刻を終えた世界が重い仮面をもちあげるのを

Ooit schreef de dichter en criticus Ōoka Makoto (1931-2017) dat het ‘in modern Japan soms een ramp is om een “intellectuele dichter” genoemd te worden’. Dat is zeker waar voor vrouwelijke dichters, die door de Japanse maatschappij van oudsher liever gezien worden als schrijvers van bekentenissen die alleen uit de meest persoonlijke, niet-intellectuele ervaringen voortkomen.’ Ōoka schreef deze woorden als inleiding bij het werk van Tada Chimako 多田智満子 (1930-2003), die steevast aangeduid wordt als ‘Japans meest intellectuele dichter’. Zij was inderdaad ‘intellectueel’: hoogleraar, essayist en dichter; ook is zij in Japan bekend als vertaalster van onder meer Marguerite Yourcenar en Antonin Artaud. Sommige van haar gedichten tonen een opvallende voorkeur toont een cultuurgeschiedenis die een westerse lezer zeer vertrouwd zal aandoen. ‘Draadvrouw’, bijvoorbeeld, roept onmiddellijk associaties op met de Griekse mythologie, in het bijzonder met Ariadne en de Minotaurus.

In oktober 2000 kon ik Tada ontmoeten, toen Poetry International een speciale sessie rondom vier Japanse dichters organiseerde. Deze vertaling verscheen eerder in De Gids 163: 10 (2000).

Heel irritant is dat WordPress geen witregels wil herkennen en die simpelweg niet toont. Het origineel is opgedeeld in strofen van telkens drie regels. Ik smokkel nu met verborgen punten.