de wereld in één moment ontmanteld

            schitterende splinters

schitterende splinters en

grijswitte gloeiende as

als in een uitgestrekt     panorama

het vreemde ritme van     rood verbrand vervormde lijken

alles wat was?   alles wat had kunnen zijn?

de wereld     in één moment ontmanteld

naast een omvergeblazen tram

de raar opgezwollen     romp van een paard 

en de stank van knetterend smeulende elektriciteitsdraden

  ギラギラノ破片ヤ
ギラギラノ破片ヤ
灰白色ノ燃エガラガ
ヒロビロトシタ パノラマノヨウニ
アカクヤケタダレタ ニンゲンノ死体ノキミョウナリズム
スベテアッタコトカ アリエタコトナノカ
パット剥ギトッテシマッタ アトノセカイ
テンプクシタ電車ノワキノ
馬ノ胴ナンカノ フクラミカタハ
プスプストケムル電線ノニオイ

Dit gedicht gaf Hara Tamiki 原民喜 (1905-1951), zonder titel, een plaats in zijn korte verhaal ‘Zomerbloem’ (‘Natsu no hana’ 夏の花, 1947), waarin hij zijn herinneringen probeert te beschrijven aan de atoombom op zijn geboortestad Hiroshima op 6 augustus 1945. Ironisch genoeg woonde hij in 1945 weer in Hiroshima, omdat de brandbombardementen op Tokyo het leven daar te gevaarlijk maakten. Vier jaar na dit gedicht pleegde hij zelfmoord.

Hara gebruikt bewust katakana, het lettergrepenschrift dat zowel een simpeler, basaler alsook een hoekiger en vervreemdender tekstbeeld oplevert. Hara doet dat ook met alle gedichten die hij bundelde in zijn reeks van acht gedichten, ‘Atoombomlandschapje’ (Genbaku shōkei 原爆小景, 1950), waarin ook dit gedicht weer werd opgenomen, net als ‘dit is een mens’. Ik heb dat effect proberen te reproduceren door woorden die niet in karakters staan te cursiveren.

Achteraf gezien had Hara twee levens. Het eerste, dat tot 6 augustus 1945 duurde, was er een van avant-garde dichter- en schrijverschap en de liefde voor zijn in 1944 gestorven vrouw. Zijn tweede leven begon op diezelfde datum, en in Japan wordt hij vooral herinnerd als een auteur die het onzegbare in woorden heeft proberen te vangen: een onbeholpen vertolker van de totale vernietiging. Binnen dat confronterende en soms ongemakkelijke genre ‘atoombomliteratuur’ (genbaku bungaku 原爆文学; lang geleden schreef ik al iets daarover) neemt Hara een prominente plaats in.

            dit is een mens

dit is een mens

bezie zijn metamorfose door de atoombom

het vlees angstwekkend opgezwollen

man en vrouw allen tot éénzelfde gestalte teruggebracht

ah!     hun diepzwart geblakerde, hun absurd

verbrandgezichten waaruit door opgezwollen lippen stemmen lekken

‘help me toch’

die iele, stille woorden

die zijn     dit is, een mens

dit is het gezicht van een mens

            コレガ人間ナノデス
コレガ人間ナノデス
原子爆弾ニ依ル変化ヲゴラン下サイ
肉体ガ恐ロシク膨脹シ
男モ女モスベテ一ツノ型ニカヘル
オオ ソノ真黒焦ゲノ滅茶苦茶ノ
爛レタ顔ノムクンダ唇カラ洩レテ来ル声ハ
「助ケテ下サイ」
ト カ細イ 静カナ言葉
コレガ コレガ人間ナノデス
人間ノ顔ナノデス

            Gullivers lied

            .

voor een wanhopig vluchtende Gulliver

raakt een reusachtige wolk dieprood verbrand

vanuit een scheur in die wolk

komen lijken stuiteren

donderend en beklagenswaardig zwijgt het heelal

            .

hoe dan ook, de hem achtervolgende

Yahoos met hun harde lach en dreigende klauwen

hoe kun je een dergelijke schande verdragen

en voortleven     zo word je toegeschreeuwd

maar die stem wordt het gehinnik van een paard en valt flauw

            ガリヴァの歌
            .
必死で逃げてゆくガリヴァにとつて
巨大な雲は真紅に灼けただれ
その雲の裂け目より
屍体はパラパラと転がり墜つ
轟然と憫然と宇宙は沈黙す

            .
されど後より後より追まくつてくる
ヤーフどもの哄笑と脅迫の爪
いかなればかくも生の恥辱に耐へて
生きながらへん と叫ばんとすれど
その声は馬のいななきとなりて悶絶す

In Gulliver’s Travels (1726) beschrijft Jonathan Swift een land dat bestuurd wordt door edele, verstandige paardachtigen, de Houyhnhnms; er leven daar ook nare, enge mensachtigen, de Yahoos. 

            Landschap

in het water brandt vuur

in de druppels van de avondmist brandt vuur

in de dode bomen brandt vuur

wandelende sterren: eentje maar

  風景
水のなかに火が燃え
ゆうもやのしめりのなかに火が燃え
枯木のなかに火が燃え
歩いてゆく星が一つ

            Inscriptie

gegraveerd in steen uit voorbije tijden

                        op zand valt schaduw

en stort neer     middenin hemel en aarde

het visioen van één enkele bloem

  碑銘
遠き日の石に刻み
    砂に影おち
崩れ墜つ 天地のまなか
一輪の花の幻

scène uit een huwelijk

Hoe de perzik bedorven raakt en Itō haar dierlijke energie terugvindt

[…]

            Omdat niemand haar eruit wilde halen, bleef de perzik als een zichtbare herinnering aan onze woordenstrijd vastzitten in het vlees van mijn man. 

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, ben ik dan een beest dat je moet uitroeien of ben ik dan een man die je gesteund heeft en verzorgde en die je moet liefhebben?

            zei mijn man in een mail (bellen deden we niet meer, dat was niet productief).

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en dan geloof je me niet, werd me door mijn man in een mail gezegd. Als ik er eens eerlijk over nadacht, was dat waar. Ik had hem niet geloofd, deze tien jaar, niks.

            Dat is waar, antwoordde ik. Net zoals je zegt, ik geloof het niet, jou niet, en als je het zo stelt dan heb ik het in zekere zin de hele tijd niet geloofd, jou niet. Ik schreef een oprecht antwoord, maar op het moment dat mijn man mijn mail opende, kon ik over de server horen hoe hij kreunde en de rotte perzik dieper vast kwam te zitten.

            Het gezinsgeluk brak in duizend stukken.

            De vrouw is agressief, onoprecht, schaamteloos, gevoelloos, gelooft haar man niet, houdt zelfs niet van hem, is zelfs geen mens.

            De man beukte op het toetsenbord. Hij beukte. Hij beukte. Hij beukte, de man, en hij werkte een lijst scheldwoorden af.

            Op zulke momenten worden de zinnen van mijn man net zo verfijnd als die van Jane Austen en geeft hij alle ruimte aan die sarcastische toon waarop Engelsen het patent hebben en die natuurlijk vaak in zijn alledaagse conversatie doorklinkt waardoor mensen een enorme hekel aan hem krijgen, Engelse humor begrijpen Amerikanen nu eenmaal niet, zuchtte hij en wendde zich af, maar eerlijk gezegd, als je het over begrijpen hebt, dan begrijpen ook Japanners er helemaal niks van. En dat kreeg ik over me heen in een gigantische woordenbrij, ik die in de Engelstalige wereld leef als analfabeet. Het kostte me uren om zijn mails te doorgronden.

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en ik zeg het je nog eens: ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, uit eigen vrije wil heb ik emotionele stress en loneliness voor je doorstaan en dan nog blijft in mijn dij die perzik vastzitten, blijft die pijn doen.

            schreef mijn man.

            Ik begrijp je.

            schreef ik. Maar je bent zo aggressive, zo negative, en het is toch onmogelijk, dat jij honderd procent gelijk hebt en ik honderd procent ongelijk, is het niet net als in het Japanse spreekwoord, een in het nauw gedreven muis bijt wel eens een kat, en daarbij hoor je het in een ruzie tussen man en vrouw niet te hebben over wat het allemaal gekost heeft.

            Lees goed, lees toch eens goed, ik heb het helemaal niet over geld gehad.

            schreef mijn man.

            Op zulke momenten begint zijn perzikwond zo’n pijn te doen alsof ze net was toegebracht.

            Ik heb je altijd gesteund, ik heb je kinderen altijd gesteund, ik heb je altijd in je werk gesteund, ik heb je altijd met je ouders gesteund, en ik zeg het je nog eens: ik heb je altijd gesteund, ik heb je altijd, zo beukte mijn man, gegrepen door blinde woede, op het toetsenbord en verzond het bericht het aan mij.

            Compromis, zeg je, maar een voorwaarde voor een compromis is dat twee mensen allebei van iets afzien, waar zie jij dan vanaf? ben je zelfs wel van plan van iets af te zien?

            Jij noemt mij aggressivenegative? Ik ben een man die in zijn werk iets tot stand heeft gebracht dat niemand anders is gelukt, noem jij dat negative? kán je zoiets zeggen?

            Jij voelt je minderwaardig wanneer je ons huis verlaat,

            jij voelt je minderwaardig wanneer je werkt,

            jij voelt je minderwaardig wanneer je mij laat zitten,

            jij voelt je bij alles minderwaardig IK HEB HET ERMEE GEHAD DAT JIJ JE MINDERWAARDIG VOELT,

            dat laatste dus helemaal met hoofdletters, zodat hij het uitschreeuwde.

投げつけた桃は腐り、伊藤は獣心を取り戻す事

     […]
 だれもあえて取りのけようとはしていないものですから、桃は、こも応酬の目に見える記念品として夫の肉の中にめり込んだままになっておりました。
 おれはおまえをサポートしてきた、おれはおまえの子どもたちをサポートしてきた、おれはおまえの仕事をサポートしてきた、おれはおまえが親の世話をするのをサポートしてきた、おれはおまえにとって退治するべき怪物なのか、それともおまえををサポートしケアする愛すべき男なのか。
 と夫がメールでいいました(もはや電話でしゃべるのはあまりに不毛でやめました)。
 おれはおまえをサポートしてきた、おれはおまえの子どもたちをサポートしてきた、おれはおまえの仕事をサポートしてきた、おれはおまえが親の世話をするのをサポートしてきた、それなのにおまえはおれを信じていないじゃないか、と夫にメールでいわれまして。ふとすなおに思い返してみたら、ほんとだった。信じてなかったんです、この十年、なにも。
 ほんとだ、とわたしは返信しました。あなたのいうとおり、わたしは信じてない、あなたを、そういえばある意味では、ずっと信じてこなかった、あなたを。わたしは正直にそう返信しましたが、それを夫がひらいたとたん、夫がうめき、腐った桃がさらにめりめりとめり込むのがサーバー越しに聞こえました。
 家庭の幸福は微塵に砕けた。
 妻は獰猛で不実で破廉恥で感情も無く、夫を信じてもいない、愛してすらいない、人間ですらない。
 夫はキイボードをたたきのめしました。たたきのめしました。たたきのめしました。たたきのめしまして、夫は、ののしりの言葉をかきつらねました。
     […]

Itō Hiromi 伊藤比呂美 (1955) is als sinds haar debuut in 1978 een van de oorspronkelijkste stemmen in de hedendaagse Japanse poëzie. De ervaringen van vrouwen zijn zeker een belangrijk thema in haar gedichten (ze is wel een feministisch dichter genoemd), maar minstens zozeer draait haar poëzie om taal: de bedwelmende werking ervan (haar voordrachten van eigen werk zijn zonder meer magisch), of de ontoereikendheid van het opereren in een tweede taal. Itō is altijd gefascineerd geweest door de functie van de sjamaan, en in haar poëzie omarmde zij die rol regelmatig. De laatste decennia schrijft Itō steeds meer proza. In 1997 verhuisde ze naar Californië om daar te gaan wonen met haar nieuwe echtgenoot, de Britse kunstenaar Harold Cohen (1928-2016). Sindsdien verblijft zij afwisselend in de VS en Kumamoto, Japan. In 2010 trad Itō op op Poetry International.

Dit is een fragment uit een veel langer autobiografisch stuk, dat ik toch geneigd ben een prozagedicht te noemen, uit Itō’s bundel Togenuki: Shin Sugamo Jizō engi とげ抜き:新巣鴨地蔵縁起 (Splinters uittrekken, 2007). De perzik is onderdeel van Itō’s gebruik in deze tekst van Kafkas Die Verwandlung.

[augustus 2022] Inmiddels heeft Jeffrey Angles Itō’s boek, dat je inderdaad ook als een ‘roman’ kan zien, vertaald (en daarmee twee prijzen gewonnen); aan het eind van dit jaar komt zijn vertaling uit bij Stone Bridge Press.

(Ik geef hier alleen het eerste deel van de vertaalde passage in het origineel. Ik experimenteer nog met hoe ver ik wil gaan in het verstrekken van de oorspronkelijke teksten wanneer die erg lang zijn.)

labyrint

            Draadvrouw 

Talmend bij de kleine ingang       van het labyrint, of van de wereld

kijkt de vrouw op haar handen neer

naar de vertakte paden die in de schemer van haar handen wegwaaieren 

            .

Toen haar ogen naar haar vingertoppen afdwaalden

deed de vrouw een ontdekking

Vingerafdrukken!     een analogie met het labyrint

            .

Ze plukt de spelden uit de plooien waarin de schaduw is gevouwen

en met het ontrafelen van haar vingerafdrukken

wordt de vrouw een levende spoel 

            .

— Neemt deze draad, o vreemdeling

            Wanneer u uit uzelf zult treden

            zal zij u een getrouwe gids blijken 

            .

— Gaat u voort langs de kromming in de horens van de stier

            Buigt de trotse blik     naar binnen naar binnen

            met de stappen van de maskerdans

            .

— Die stappen zijn in cadans met de goddelijke wil

            Op het eiland is de stier goddelijk gekleurd

            en langs zijn dikke horens buigt de tijd

            .

De bloedbevlekte draad wordt helemaal gevierd

Al haar vingerafdrukken verdwijnen

zodat de vrouw een waarachtig alibi verkrijgt

            .

De horizon wordt opgebroken

en opgerold tot het middelpunt van een slakkenhuis

en spat weer op, keert om, keert donker

            .

Het gebulder van de wentelzee

bereikt het einde van het parelmoer gekleurde binnenoor

weer een labyrint van de vrouw dat doorzichtig begint te worden 

            .

In het sacrum, waar de tijd het meest overschaduwd is, ziet de man

hoe de omgeslagen boot een altaar wordt en opgesierd

(Degene die hiervoor geslacht werd is zeker niet de stierman)

            .

— De boot herkent u wel

            De boot die u naar dit eiland bracht 

            dan wel de doodskist van mijn ziel

            .

De pijn stopt     het bloeden stopt

de vrouw ziet     hoe voor het grandioze ochtendgloren

de wereld, de dans beëindigd, haar masker optilt

            .

 系の女
           
.
迷宮あるいは世界の 小さな入口にたたずんで
女は眼を伏せて掌を見る
手の中で暮れてゆく先細りの岐れ道を…‥
            
.
指さきへ眼をさまよわせたとき
女は遂に発見する
指紋! 迷宮と相似なるものの
            
.
影を畳んだ襞から留め針をぬきとり
指紋を端からほどきながら
女は活きた糸巻となる
            
.
——この糸をお持ちなさい異国のお方よ
 これがあなた自身から脱け出すときの
 たしかなしるべとなりましょう
            
.
——牡牛の角の湾曲にそって進みなさい
 誇らかな視線をたわめ 内へ内へと
 仮面をつけた舞踏の足どりで
            
.
——そのあゆみは真意に適うでしょう
 島では牡牛は神の色をしていて
 太い角の曲る方へと時間が曲っているのです
           
.
血みどろの糸は残らずほどかれ繰り出された
すべての指紋を失い尽くして
女は純粋なとなる
           
 .
水平線はめくれあがって
巻貝の中心に巻きこまれ
またしぶきあげて反転し暗転し…‥
           
 .
螺旋の海のとどろきが
透きとおりはじめた女のもうひとつの迷路
真珠母いろの内耳の奥へとつたわってくる
            
.
そして時間のもっとも翳深い内陣で男は見る
転覆した舟が 祭壇となってしょうごんされているのを
(その前で屠られるものはたしかにあの牛人ではなかった)
            
.
——舟には見おぼえがおありでしょう
 この島にあなたを運んできた舟
 あるいはわたしの魂の柩
           
 .
痛みがとまり 出血がとまり
女は見る 大いなる朝焼を前にして
舞踏の刻を終えた世界が重い仮面をもちあげるのを

Ooit schreef de dichter en criticus Ōoka Makoto (1931-2017) dat het ‘in modern Japan soms een ramp is om een “intellectuele dichter” genoemd te worden’. Dat is zeker waar voor vrouwelijke dichters, die door de Japanse maatschappij van oudsher liever gezien worden als schrijvers van bekentenissen die alleen uit de meest persoonlijke, niet-intellectuele ervaringen voortkomen.’ Ōoka schreef deze woorden als inleiding bij het werk van Tada Chimako 多田智満子 (1930-2003), die steevast aangeduid wordt als ‘Japans meest intellectuele dichter’. Zij was inderdaad ‘intellectueel’: hoogleraar, essayist en dichter; ook is zij in Japan bekend als vertaalster van onder meer Marguerite Yourcenar en Antonin Artaud. Sommige van haar gedichten tonen een opvallende voorkeur toont een cultuurgeschiedenis die een westerse lezer zeer vertrouwd zal aandoen. ‘Draadvrouw’, bijvoorbeeld, roept onmiddellijk associaties op met de Griekse mythologie, in het bijzonder met Ariadne en de Minotaurus.

In oktober 2000 kon ik Tada ontmoeten, toen Poetry International een speciale sessie rondom vier Japanse dichters organiseerde. Deze vertaling verscheen eerder in De Gids 163: 10 (2000).

Heel irritant is dat WordPress geen witregels wil herkennen en die simpelweg niet toont. Het origineel is opgedeeld in strofen van telkens drie regels. Ik smokkel nu met verborgen punten.